vrijdag 18 december 2020

Esther Gerritsen - De terugkeer

Recensie door Roosje
Uitgeverij De Geus

All in the family


Het gezin van Gerrit en Johanna, veel jonger dan haar man, en hun kinderen Max, de oudste, en zijn jongere zus Jennie is geen modelgezin, al ziet de buitenwereld niet veel van hun leed. Zij hangen de vuile was niet buiten. De roman speelt zich af in een periode dat Gerrit al een jaar of twintig dood is, zelfmoord is er altijd gezegd. Johanna heeft een paar zorgeloze jaren op Ibiza doorgebracht. Haar nieuwe vriend brengt haar thuis in het dorp waar Max nog woont met zijn jonge gezin, maar dat Jennie ontvlucht is. Johanna lijdt aan alzheimer en haar vriend vindt dat haar kinderen maar voor haar moeten zorgen. Oom en zwager Ed, de jongere broer van Gerrit, komt het gezin verblijden met zijn zorg en aandacht, zoals hij vroeger ook deed toen Gerrit nog leefde.

Ed is een zorgzaam type. Hij neemt graag de zorg voor Johanna op zich. Max en Jennie vinden dat maar zozo. Max heeft na de dood van zijn vader altijd voor zijn moeder gezorgd zonder er ooit iets voor teruggevraagd te hebben. Er wordt gefluisterd dat Ed stiekem verliefd op Johanna is en dat ook altijd geweest is.

Wat is het geval? Gerrit was zeer depressief. Max kent hem niet beter dan dat hij op de bank ligt en als hij daar af moet, hij dat kruipend doet. Opstaan en lopen, dat kan hij niet opbrengen. Dat beeld vind ik erg treffend. Hij durft en/of wil ook geen hulp (te) vragen aan vrouw en kinderen. Zij voelen zich daarom ook door hem afgewezen. Feitelijk is de situatie onhoudbaar.

Gerritsen neemt zeer ruim de tijd om de verschillende gezinsleden - er zijn ook nog Max’ jonge vrouw Nora en hun dochtertje Elsie - te schilderen. Het grappige is dat Gerrit nog altijd aanwezig is - in de geest. Letterlijk: hij is als geest aanwezig terwijl hij natuurlijk al jaren in het hiernamaals vertoeft. Die vondst vind ik leuk: hij doet ook niet zo moeilijk meer, Gerrit, nu zijn zwaarmoedige lichamelijkheid hem ontnomen is. Gerritsen schildert de verschillende familieleden alsof zij uit hetzelfde hout gesneden zijn, of gebeiteld uit hetzelfde graniet. Daar zit voor mij een van de moeilijkheden in de roman: de personages lijken op deze wijze te eendimensionaal, zo in dat graniet. Geen greintje humor, geen greintje licht kan er schijnen in hun hoofd en hart, die beide al jaren potdicht zitten. Te zwaar, te afgesloten, te onthecht, te dissociatief, te veel dood, te veel alcohol, te diepe depressies en die ook weer te lang, te weinig zelfvertrouwen, geen openingen voor elkaar noch voor de lezer. Het is niet zo dat ik zwaarmoedigheid en navelstaarderij niet kan handelen, in tegendeel, maar ze zijn me hier te eendimensionaal. Niet uitgewerkt genoeg om er in mee te kunnen gaan of om absurd te zijn en er op die wijze om te kunnen lachen of te relativeren. Het verhaal schiet in het begin niet heel erg op, wat op zich niet erg is, maar de vrij karige stijl noch de uitwerking van het verhaal zorgen voor verdieping of voor geloofwaardigheid - en dan bedoel ik ‘literaire’ geloofwaardigheid -.

De stijl is afgemeten, daar is niets op tegen. Dialogen voeren de overhand. En daar hoeft evenmin iets tegen te zijn maar over het algemeen ben ik niet bijzonder dol op voornamelijk dialoog.
Psychologisch krijg je als lezer in het begin weinig grip op de zaak en op de mensen die het betreft. De steeds meer door alzheimer overvleugelde Johanna kan mijn sympathie nog het meest wegdragen, te meer omdat zij vermoedelijk ook schuilhoudt in deze psychische en lichamelijke sluimertoestand om het verleden en het heden te ontvluchten.

Er begint vaart  te komen in het verhaal op het moment dat Jennie, de dochter, haar vragen omtrent de dood van haar vader Gerrit, steeds luider gaat stellen: Was het wel zelfmoord? Dan begint het verhaal de vorm van een psychologische thriller te krijgen. Ik laat me nu verder niet uit over het genre van de thriller.
Alles komt in een stroomversnelling: gebeurtenissen en het emotioneel openbreken van de granieten personages. Eindelijk krijgen de personages ook andere kanten. Dat is een opluchting! Toch kan het laatste deel van het boek, een kwart denk ik, voor mij deze nieuwe roman van Gerritsen niet redden.

Ik weet dat veel mensen deze roman erg waarderen, en ook de recensent van de NRC doet dat, en gelukkig maar voor alle betrokkenen, maar ik werd er niet blij van; mij overtuigde de roman niet. Gerritsens vorige boek De trooster deed dat wel.

Titel: De terugkeer
Auteur: Esther Gerritsen
Pagina's: 256
Uitgeverij De Geus
ISBN: 9789044542523
Uitgeverij De Geus
Verschenen: oktober 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.