Recensie door Roosje
Uitgeverij De Geus
All in the family
Het gezin van Gerrit en
Johanna, veel jonger dan haar man, en hun kinderen Max, de oudste, en zijn
jongere zus Jennie is geen modelgezin, al ziet de buitenwereld niet veel van
hun leed. Zij hangen de vuile was niet buiten. De roman speelt zich af in een
periode dat Gerrit al een jaar of twintig dood is, zelfmoord is er altijd
gezegd. Johanna heeft een paar zorgeloze jaren op Ibiza doorgebracht. Haar
nieuwe vriend brengt haar thuis in het dorp waar Max nog woont met zijn jonge
gezin, maar dat Jennie ontvlucht is. Johanna lijdt aan alzheimer en haar vriend
vindt dat haar kinderen maar voor haar moeten zorgen. Oom en zwager Ed, de
jongere broer van Gerrit, komt het gezin verblijden met zijn zorg en aandacht,
zoals hij vroeger ook deed toen Gerrit nog leefde.
Ed is een zorgzaam type.
Hij neemt graag de zorg voor Johanna op zich. Max en Jennie vinden dat maar
zozo. Max heeft na de dood van zijn vader altijd voor zijn moeder gezorgd
zonder er ooit iets voor teruggevraagd te hebben. Er wordt gefluisterd dat Ed stiekem
verliefd op Johanna is en dat ook altijd geweest is.
Wat is het geval? Gerrit
was zeer depressief. Max kent hem niet beter dan dat hij op de bank ligt en als
hij daar af moet, hij dat kruipend doet. Opstaan en lopen, dat kan hij niet
opbrengen. Dat beeld vind ik erg treffend. Hij durft en/of wil ook geen hulp
(te) vragen aan vrouw en kinderen. Zij voelen zich daarom ook door hem
afgewezen. Feitelijk is de situatie onhoudbaar.
Gerritsen neemt zeer ruim
de tijd om de verschillende gezinsleden - er zijn ook nog Max’ jonge vrouw Nora
en hun dochtertje Elsie - te schilderen. Het grappige is dat Gerrit nog altijd
aanwezig is - in de geest. Letterlijk: hij is als geest aanwezig terwijl hij
natuurlijk al jaren in het hiernamaals vertoeft. Die vondst vind ik leuk: hij
doet ook niet zo moeilijk meer, Gerrit, nu zijn zwaarmoedige lichamelijkheid
hem ontnomen is. Gerritsen schildert de verschillende familieleden alsof zij
uit hetzelfde hout gesneden zijn, of gebeiteld uit hetzelfde graniet. Daar zit
voor mij een van de moeilijkheden in de roman: de personages lijken op deze
wijze te eendimensionaal, zo in dat graniet. Geen greintje humor, geen greintje
licht kan er schijnen in hun hoofd en hart, die beide al jaren potdicht zitten.
Te zwaar, te afgesloten, te onthecht, te dissociatief, te veel dood, te veel
alcohol, te diepe depressies en die ook weer te lang, te weinig zelfvertrouwen,
geen openingen voor elkaar noch voor de lezer. Het is niet zo dat ik
zwaarmoedigheid en navelstaarderij niet kan handelen, in tegendeel, maar ze
zijn me hier te eendimensionaal. Niet uitgewerkt genoeg om er in mee te kunnen
gaan of om absurd te zijn en er op die wijze om te kunnen lachen of te
relativeren. Het verhaal schiet in het begin niet heel erg op, wat op zich niet
erg is, maar de vrij karige stijl noch de uitwerking van het verhaal zorgen voor
verdieping of voor geloofwaardigheid - en dan bedoel ik ‘literaire’
geloofwaardigheid -.
De stijl is afgemeten,
daar is niets op tegen. Dialogen voeren de overhand. En daar hoeft evenmin iets
tegen te zijn maar over het algemeen ben ik niet bijzonder dol op voornamelijk
dialoog.
Psychologisch krijg je als
lezer in het begin weinig grip op de zaak en op de mensen die het betreft. De
steeds meer door alzheimer overvleugelde Johanna kan mijn sympathie nog het
meest wegdragen, te meer omdat zij vermoedelijk ook schuilhoudt in deze
psychische en lichamelijke sluimertoestand om het verleden en het heden te
ontvluchten.
Er begint vaart te komen in het verhaal op het moment dat
Jennie, de dochter, haar vragen omtrent de dood van haar vader Gerrit, steeds
luider gaat stellen: Was het wel zelfmoord? Dan begint het verhaal de vorm van
een psychologische thriller te krijgen. Ik laat me nu verder niet uit over het
genre van de thriller.
Alles komt in een
stroomversnelling: gebeurtenissen en het emotioneel openbreken van de granieten
personages. Eindelijk krijgen de personages ook andere kanten. Dat is een
opluchting! Toch kan het laatste deel van het boek, een kwart denk ik, voor mij
deze nieuwe roman van Gerritsen niet redden.
Ik weet dat veel mensen
deze roman erg waarderen, en ook de recensent van de NRC doet dat, en gelukkig
maar voor alle betrokkenen, maar ik werd er niet blij van; mij overtuigde de
roman niet. Gerritsens vorige boek De
trooster deed dat wel.
Auteur: Esther Gerritsen
Pagina's: 256
Uitgeverij De Geus
ISBN: 9789044542523
Uitgeverij De Geus
Verschenen: oktober 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.