De legende van het zoenoffer
Vanaf 1991 – tijdens het stalinistische bewind van Ramiz Alia; president en secretaris-generaal van Albanië – woonde Kadare niet meer in Albanië, maar ontvluchtte de dictatuur en week uit naar Parijs, waar hij asiel kreeg. Vorig jaar overleed hij in Tirana op de leeftijd van achtentachtig jaar.
Marjon Nooij
Zoals veel van zijn werken is ook De brug met drie bogen (1978) een allegorische, historische roman, waarin concrete elementen een symbolische betekenis hebben, en waarin legenden en (bloed)wraak een centrale plaats innemen. Hierdoor kon hij zich kritisch uiten over het communistische regime in Albanië. De roman verscheen eerder in 1985 in Nederlandse vertaling en nogmaals in 1992 en 2025. Het is sindsdien vertaald in 45 talen.
Vanuit het ik-perspectief van de monnik Gjon – die zich gaandeweg ontpopt tot een heuse speurneus – ontvouwt zich in deze kroniek de geschiedenis van de bouw van een brug in het zuiden van Arberië over de fictieve, verraderlijke rivier Oejane. Het is 1377 en in het middeleeuwse Arberië worden al sinds lange tijd reizigers de rivier overgezet door de dubieuze en niet geheel betrouwbare firma Ponten en Veren die het monopolie heeft op de lucratieve veerdiensten; hoewel sommigen het te kostbaar vinden en daarom liever te voet de rivier oversteken. ‘Nog altijd zijn er op beide oevers door weer en wind kromgetrokken herdenkingskruisen te zien’ als aanmoediging om toch vooral gebruik te maken van de veerdienst.
‘De brug […] is de rug van de duivel; en vervloekt wie eroverheen zal durven gaan.’ […] ‘De dag zal komen dat de rivier zich wreekt […] ze zal zwellen en grommen.’ […] ‘Maar de rivier leek volstrekt geen haast te hebben. Ongetwijfeld verzamelde zij haar krachten voor de aanval.’ […] ‘Sommigen beweerden zelfs dat zij van tijd tot tijd lachte.’
Wat volgt is een pelgrimage van heinde en verre om de ingemetselde met zijn met kalk overdekte dodenmasker te aanschouwen. De plaatselijke herberg en de schatkist voor het heffen van de tol spinnen er goed garen bij.
‘Weinigen weten dat er niet van een offer aan de watergoden sprake was, maar van een platvloerse misdaad. Dat feit zal ik, tegelijk met andere, aan de kaak stellen voor het aangezicht van ons millennium. Millennium, want dit is een van die legenden die langer dan duizend jaar voortleven. Zij begint met de dood en eindigt in de dood en zoals ieder weet hebben juist woorden en klanken die uit het deeg van de dood gekneed zijn het minst van al de vergankelijkheid te vrezen.’
Door het verhaal heen sijpelen de thema’s als kapitalisme, macht, verraad, corruptie en leugens, verlossing en de dood, politiek en mores en bovenal het collectieve wantrouwen. Ook de baessa die in Albanië als heilig wordt beschouwd, speelt in deze roman een grote rol. De rol die Kadare heeft weggelegd voor de sceptische, maar kritische monnik Gjon, zou zomaar op zijn eigen ideeën gestoeld kunnen zijn.
De Albanese grootmeester heeft de gebeurtenissen in deze chronologisch opgebouwde roman gedetailleerd beschreven, maar de korte hoofdstukken zorgen voor de nodige vaart. Hij weet het huiveringwekkende verhaal toch een zekere lichtheid en ironie mee te geven en zijn soms ietwat gedragen zinnen maken het tot een feest om te lezen.
--
Eerder verschenen op Tzum
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.