zondag 10 mei 2020

Stendhal - De Kartuize van Parma

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Athenaeum



Intriges, drama en echte liefde

Na Het rood en het zwart van Stendhal was ik benieuwd naar De Kartuize van Parma. Zou de auteur me ook in dit boek weten te boeien met zijn thema’s en motieven en schrijfstijl? De Franse titel La Chartreuse de Parme heeft oorspronkelijk de ondertitel Chroniques Italiennes, Stendhal hechtte belang aan het schetsen van een juist tijdsbeeld. Om dit boek op waarde te schatten is het zoeken naar wat achtergrondinformatie de moeite waard. Stendhal – pseudoniem van Henri-Marie Bayle – werd getroffen door de schoonheid van Italië toen hij in 1800 in dienst van het leger terecht kwam in Milaan, dit verveelde hem en hij keerde terug naar Parijs. Zijn loopbaan, mogelijk gemaakt door een invloedrijke neef, bracht hem naar Brunswijk en Oostenrijk, waar hij in dienst van het leger een profijtelijke, administratieve functie kreeg. In 1812 kreeg hij een oproep voor het leger en trok naar Rusland waar hij getuige was van de verwoestende brand in Moskou.

In zijn voorwoord waarschuwt Stendhal de lezer voor de ongezouten manier waarop hij zijn roman schreef, of beter gezegd: hij dicteerde hem aan zijn secretaris. Hij noemt de geschiedenis waarin hofintriges zich afspelen ‘verre van stichtelijk’.

Het grote verschil met Het rood en het zwart is de plaats van handeling, De Kartuize van Parma speelt zich niet af in Frankrijk, maar in Italië en begint in 1796, het jaar dat generaal Bonaparte Milaan binnentrekt en Italië wakker schudt uit zijn slaap. Het kleurrijke begin met de beschrijving van de toestand zoals die heerste tot de Fransen leven in de brouwerij brachten is prachtig. De ogen van de bevolking worden geopend. Alles wat tot dan toe de standaard was werd afgedaan als belachelijk en lelijk,er komt een einde aan de verveling. 

Dit is de openingszin

'Op 15 mei 1796 deed generaal Bonaparte zijn intrede in Milaan aan het hoofd van het jeugdige leger dat net over de brug van Lodi was getrokken, en de wereld duidelijk had gemaakt dat Caesar en Alexander na zovele eeuwen een opvolger hadden gekregen. De wonderen van dapperheid en geniaal inzicht waarvan Italië getuige was, schudden een volk wakker dat was ingeslapen.'

Luitenant Robert wordt ingekwartierd in het kasteel van markiezin del Dongo in Grianta aan het Comomeer. Wanneer de echtgenoot van de markiezin het veilig acht terug te keren naar Milaan, wordt Robert cavalier van de markiezin en haar jongere schoonzusje Gina. Wanneer uiteindelijk ook Robert het kasteel verlaat is het afscheid tussen de markiezin en de luitenant treurig, wat er precies gebeurd is tussen die twee wordt hooguit gesuggereerd.

De hoofdrol is weggelegd voor Fabrizio, zijn oudere broer Ascanio krijgt een beduidend minder glansrijke rol. Fabrizio vertoont meer interesse voor het bekijken van gravures die veldslagen verbeelden dan voor leren lezen en andere nuttige zaken. Gina – inmiddels getrouwd met de geruïneerde graaf Pietranera – zal haar hele leven een beetje verliefd blijven op haar jongere neef en hem tot steun zijn wanneer hij in de problemen raakt. 

Fabrizio’s eerste grote avontuur, soms doen de doldrieste ingevingen denken aan die van Don Quichotte, laat hem belanden in Frankrijk. Er is een veldslag aan de gang waarbij Fabrizio betrokken raakt, gedoe met identiteiten en vermommingen maken het verhaal uiterst vermakelijk om te lezen. Hoewel de jongen nog maar een jaar of 16 is weet hij van wanten, zonder dat hij weet dat hij werkelijk meegevochten heeft in de slag bij Waterloo. Zijn escapade blijft niet zonder gevolgen, iemand van adel vecht niet en het druist ook in tegen de politieke stroming die zijn vader aanhangt. Kortom, Fabrizio hangt straf boven het hoofd. Dit zal niet de enige keer zijn, de jongen raakt betrokken bij ernstiger zaken en steeds weer zal Gina de helpende hand toereiken, zelfs wanneer zij daarvoor grote offers moet brengen. 

Met hulp van graaf Mosca, minister van Parma, wordt voor Fabrizio een loopbaan als priester uitgestippeld, het zou hem aanzien geven en goed aansluiten bij de voorgeschiedenis van de del Dongo dynastie waarin drie aartsbisschoppen van Parma geteld kunnen worden.
Net als in Het rood en het zwart zouden er twee mogelijkheden zijn voor een carrière: het leger (de fascinatie voor Napoleon) en de kerk. In dit geval heeft Fabrizio geen keuze doordat hij zich in de nesten gewerkt heeft.

Over het hof van Parma weet Stendhal smeuïg te vertellen. Regerend vorst Ernesto IV, een conservatief, lijdt aan het waanidee dat hij gehaat wordt door de tegenpartij, hij maakt de vergissing twee liberalen te laten ophangen, achteraf waarschijnlijk onterecht. Verder is hij, ondanks dat hij door 80 schildwachten bewaakt wordt, bang door de jakobijnen belaagd te worden. De conservatieven en revolutionairen staan elkaar naar het leven en het behouden van de macht is een zaak van levensbelang. Vertrouwelingen zijn ook niet zeker van hun baantje, er hoeft maar één incident plaats te vinden of het kaartenhuis stort in. De liefde, wel of niet gespeeld, is zo’n kracht die een verschuiving kan veroorzaken.

Fabrizio is een deel van zijn leven geen vrij man, niet dat hij steeds gevangen zit, maar hij is wel de man die gezocht wordt vanwege zijn vergrijpen. Wanneer hij uiteindelijk zijn straf wel uitzit komt hij tot de ontdekking dat deze positie hem enorm bevalt. Dan komt ook het moment dat hij de liefde van zijn leven ontmoet Clelia Conti, dochter van generaal Conti. Hun liefde is even tragisch als gecompliceerd en heeft te lijden van politiek gekonkel. Uitruil en beloftes zorgen voor een onmogelijke situatie. Beide karakters worden goed uitgewerkt, waarbij dat van Fabrizio heel goed uit de verf komt evenals, niet te vergeten, dat van Gina – de eeuwig onmisbare schakel tussen Fabrizio en de buitenwereld. Maar ook graaf Mosca toont zijn karakter en afwegingen, net als de andere belangrijkste romanfiguren in de vorm van een monologue intérieur. Of de geschiedenis inderdaad ongezouten is opgediend door Stendhal mag de lezer zelf beoordelen. Ik denk dat de auteur geslaagd is in zijn opzet een realistische roman te schrijven met alle bijbehorende tekortkomingen en nobele karaktereigenschappen van de personages. Mooi om te lezen zijn de inzichten die veranderen tijdens de gebeurtenissen die de karakters dwingen tot andere gedachten.
De gevangenis komt in een eerdere passage terloops ter sprake:

'Zijn tante eindigde de brief met de volgende woorden: ‘Neem de grootst mogelijke geheimhouding in acht over de dwaasheid die je hebt uitgehaald, en zorg er vooral voor dat je geen gedrukte of beschreven papieren bij je hebt; je zult in Zwitserland overal vrienden van Sainte-Marguérite[4] om je heen hebben.
[4] Noot van Stendhal: Dankzij mijnheer Pellico is deze naam nu in heel Europa bekend. Het is de naam van de straat in Milaan waar zich het paleis van justitie en de gevangenis van de politie bevinden.'

Het zeer lezenswaardige boek ‘Mijn gevangenissen’ – Silvio Pellico las ik en vind het een mooie link. In verband hiermee nog één citaat uit De Kartuize van Parma over het optreden van de politie

‘Hij (baron Binder, hoofd van de politie- tvl)was in die tijd bezig de vermaarde Milanese politie op te richten en had zich tot taak gesteld een revolutie als die van 1740 te voorkomen, toen de Oostenrijkers uit Genua waren verdreven. Deze Milanese politie, die sindsdien zoveel faam heeft verworven door de wederwaardigheden van Pellico en Andryane, was strikt genomen niet wreed. Zij hield zich alleen aan strenge wetten die zij methodisch en zonder erbarmen ten uitvoer legde. Keizer Franz II wilde de Italianen met hun vermetele denkbeelden schrik aanjagen.’

Dit boek is geen eenvoudig te lezen roman. De politieke situatie in Europa, de vele personages en verwikkelingen zorgen ervoor dat niet alle passages even vlot te lezen zijn. Af en toe spreekt de auteur de lezer toe met de verontschuldiging dat hij de lezer wellicht zal vervelen met zijn uitweidingen. De afwisseling met stukken die minder concentratie vergen zorgen ervoor dat je beslist door wilt lezen. Het helpt wanneer je iets meer bekend bent met de auteur en zijn werk, niet dat het noodzakelijk is, maar het maakt de vertelling wat beter te plaatsen in de tijd en te verbinden aan autobiografische elementen. O ja, niet te vergeten, de auteur weet met zijn ietwat droge stijl en humor regelmatig een glimlach tevoorschijn te toveren.

De auteur

Stendhal, pseudoniem van Marie-Henri Beyle (Grenoble, 23 januari 1783 – Parijs, 23 maart 1842) was een 19e-eeuwse Franse romantische schrijver die in zijn werk zowel romantische als realistische invloeden verenigde. Zijn bekendste romans zijn Le Rouge et le Noir, Lucien Leuwen en La Chartreuse de Parme, die alle drie autobiografische elementen bevatten. De hoofdfiguren vertonen karakteristieken van Stendhal zelf. Zijn romans worden gekenmerkt door een vrij droge, korte stijl, mede door het feit dat Stendhal gekant was tegen elke vorm van literaire bladvulling. Het realisme in Stendhals romans uit zich dan ook niet door uitvoerige beschrijvingen zoals bij Honoré de Balzac, maar eerder in het feit dat Stendhal zich voor het basisgegeven van zijn verhaal baseerde op een waargebeurd feit (wat hij bestempelde als "être vrai"). In de meeste romans staat het thema van de liefde centraal en meer bepaald het procedé van verliefd worden, wat hij heeft omschreven als "kristallisatie".(bron)

Titel: De Kartuize van Parma
Titel origineel: La Chartreuse de Parme
Auteur: Stendhal
Vertaling: Theo Kars
ISBN: 9789025363161
Uitgever: Athenaeum
Genre: fictie
Pagina’s: 749
Verschenen: deze editie 2007
Verschenen oorspronkelijk: 1839

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.