donderdag 13 februari 2020

A.F.Th. van der Heijden - Advocaat van de hanen

Recensie door Roosje
Uitgeverij Querido





Over de liefde en de drank, maar misschien wel vice versa
‘Maandag 29 april 1985

Hij had er beter aan gedaan van al zijn zinnen uitsluitend de reuk en de smaak te vertrouwen, en dan nog alleen voor zover ze hem zijn eigen verrotting lieten ruiken en proeven; wat zijn oor ving was onherkenbaar vervormd door de angst, onder zijn aanraking kregen de dingen onmiddellijk een andere huid, terwijl zijn ogen ook wijd open niet veel anders meer zagen dan het schouwspel dat zijn vergiftigde brein voor zichzelf opvoerde.’

Er zijn boeken die je volkomen sprakeloos achterlaten wanneer je ze uit hebt en wanneer je ze dus achter je moet laten. Soms zijn dat heel verstilde verhalen die uit weinig woorden bestaan of uit weinig woorden lijken te bestaan. Soms zijn het ook de verhalen die uit heel veel woorden lijken te bestaan maar die dan toch op de een of andere manier een ingenieus breiwerk zijn gaan vormen - vergeef me mij handwerkmetaforen; ik handwerk nu eenmaal graag -. Over de laatste soort romans gaat dit verslag. Een enorme brei/brij van woorden uit de pen van meesterschrijver A.F.Th. van der Heijden: Advocaat van de hanen; deel 4 uit de serie De tandeloze Tijd. Een herlezing; ik las de roman voor het eerst begin jaren 90; de eerste druk is uit 1990. De omschrijving ‘brei van woorden’ lijkt oneerbiedig maar zo bedoel ik dat helemaal niet. In een goede brei vullen de smaken van de verschillende ingrediënten elkaar aan: het geheel is meer dan de som der delen.

Verder ben ik een fan van Van der Heijden; al zijn romans zijn goed, zijn geweldig al komt hij tegenwoordig niet meer voor op de lijsten van boeken die genomineerd zijn voor literaire prijzen. Ik ga er maar vanuit dat dat is omdat zijn romans zo goed zijn dat andere auteurs anders geen kans zouden krijgen.

‘Quispel was, als advocaat, een man van het woord. Van het betoog in de eerste plaats, maar ook van rapporten, van brieven. In het schrijven bezat hij, behalve zijn grootste onzekerheden, zijn grootste zelfverzekerdheid. Heel arrogant probeerde hij dus in zo’n periode van nijpende bronst met zijn sterkste werktuig het visioen tot verwerkelijking te dwingen. Dwangmatig speurde hij, in de meest uiteenlopende bladen, de kolommen met contactadvertenties af.’

Hieronder zet ik wat info neer over deze roman in relatie tot de Tandeloze tijd, het epos, het work in progress dat Van der Heijden aan het componeren is over Albert Egberts, zijn alter ego. Mij roept de naam ook associaties op met Douwe Egberts, die van de koffie.

Van der Heijden is een auteur die graag, veel en lang uitweidt over allerlei zaken die nauw of minder nauw aan het onderwerp en/of van de personages gelieerd zijn. Gek genoeg stoort dat totaal niet bij het lezen van het lopende verhaal. De auteur leidt je ook weer terug tot de kern van de roman. Ja, soms ben je de weg eventjes kwijt, maar dat is helemaal niet erg, en in dit boek dat gaat over de kwartaaldrinker Ernst Quispel is het ook nog eens zeer effectief natuurlijk. Quispel is de hoofdpersoon en in twee opzichten is hij voor deze roman van groot belang: zijn kwartaaldrinken, dat zich bij hem maar een keer per jaar voordoet. Hij onderkende al heel vroeg zijn drankzucht en wist die op deze wijze in goede banen te leiden. Slechts een keer per jaar gaat hij zich te buiten. Hij kan zijn zucht beheersen maar het is geen rationeel besluit, het overkomt hem. Op een onbewust niveau kun je zeggen dat hij zijn alcoholisme binnen te perken lijkt te houden, al vertelt deze roman toch ook wel een ander verhaal.

Ernst Quispel zien we terug in een latere roman van Van der Heijden: Kwaadschiks.

Het tweede grote onderwerp uit Advocaat van de hanen is de liefde; de liefde voor Zwanet, die hij ontfutselt en weer verliest aan Albert Egberts. Ook voor zijn dochtertje, maar Zwanet komt op de eerste plaats.

Natuurlijk gaat het verhalende deel over de krakersrellen, de anarchisten en punkers met de hanenkammen op hun hoofd, uit 1985, waarbij een kraker de dood vond in een politiecel, en de rol die Quispel daarin speelt; er is wat dit betreft ook sprake van een zekere spanning. Dat is interessant maar veel belangwekkender zijn de alsmaar uitwaaierende overdenkingen en navelstaarderijen over allerlei onderwerpen met name de drank, het drinken en de liefde betreffende. Je ruikt als het ware de wodka door de pagina’s heen.

De auteur is een waar componist die thema’s en motieven uitgebreid uit spelen stuurt en ze toch ook weer tot de orde roept om het werk tot een afgerond geheel te laten worden. De paradoxen vliegen je om de oren. Ik heb geen idee wat de muziekterm is voor paradox; die bestaat vast. Paradoxen zijn altijd lekker. Van der Heijdens romans zijn ook altijd heel talig: het spelen met taal, met betekenissen, met symbolen e.d.

Van der Heijdens taalgebruik is enerzijds tamelijk to the point anderzijds heel plastisch. Zoals hij over seks schrijft, dat doen er maar weinig. Rob van Essen doet het ook in De goede zoon maar dan weer anders. Gedurfd is zijn laten we maar zeggen seksisme. Jaja, natuurlijk, het is een roman, het is een drankorgel van een ontaarde advocaat, wiens blik vertroebeld wordt door de drank, al vindt hij zelf van niet. Maar toch….

Ongelooflijk ontroerend is hoe hij over de liefde schrijft terwijl Quispel toch niet echt een feminist lijkt te zijn; in zijn laatste roman, Mooi doodliggen, doet Van der Heijden dat evenzeer.

Quispels overdenkingen over zijn dipsomanie - het kwartaaldrinken -, zijn beleving van Amsterdam, een stad in oorlog lijkt het wel, zijn omzwervingen van kroeg naar kroeg, van kraakpand naar politiebureau, van kantoor tot op vakantie met zijn vrouw, en tussendoor ook nog advocaatje spelen, zijn onvoorstelbaar goed uitgewerkt.

De tijdsbeleving is allesbehalve chronologisch en consistent in deze cyclus: die tijdsbeleving is juist het centrale thema ervan, zoals de naam al doet vermoeden. In deel I van De tandeloze tijd wordt het begrip 'leven in de breedte' geïntroduceerd: aangezien het leven 'in de lengte' niet te stoppen valt, moet het maar in de breedte worden gezocht. Door elk moment uit te spinnen, te verbreden, wordt gehoopt het leven waardevoller te maken. De uitgebreidheid van beide cycli boeken weerspiegelen dit leidmotief. (geleend uit Wikipedia).

Nu ik dit schrijf, denk ik: ik ben helemaal niet in staat om ook maar iets over te brengen van de schoonheid en de intense inwerking van deze roman. Mijn zwaktebod is als altijd: ga lezen, dit boek, dat beslist tot de beste behoort van AFTh van der Heijden.

‘Het was de Nieuwendijk, waar Quispel in de drukte van de vrijdagnamiddag doorheen strompelde, zigzaggend, tegen mensen opbotsend. Hij zocht een zijstraatje met een veilige kroeg, die hij zich als De Wenteltrap of Het Keldergat herinnerde, maar kon de ingang tot de steeg niet vinden. Al voor de derde keer liep hij van de Dam naar de Martelaarsgracht (sic! Nomen est omen, rdv), speurend in de straatjes die naar de Nieuwezijds leidden. Uit de winkels kwam de rockmuziek van Hilversum Drie.’ (spotify bestond nog niet, haha, ik denk ook aan Herman van Veen, rdv)

Over de tandeloze tijd

De tandeloze tijd is een romancyclus van de Nederlandse schrijver A.F.Th. van der Heijden. Oorspronkelijk was het de bedoeling van de schrijver om een trilogie te schrijven, maar deze werd uitgebouwd tot meerdere delen. Het thema van de cyclus is het 'leven in de breedte': het vertragen van de tijd door het moment te verbreden in de herinnering, en zo de tijd haar tanden uit te trekken. Het werk vertoont invloed van de cyclus À la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) van de Franse schrijver Marcel Proust (1871-1922). Hoofdpersoon van De tandeloze tijd is Albert Egberts. De cyclus beschrijft zijn jeugd in Geldrop, zijn studietijd in Nijmegen, en zijn leven daarna in Amsterdam. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld, maar per deel staat een periode in zijn leven centraal. Naast Albert Egberts vormen Flix Boezaardt en Thjum Schwantje belangrijke personages - hun voornamen refereren aan de initialen van de schrijver: A.F.Th.

Naast het verhaal van Albert Egberts, verweeft Van der Heijden reële gebeurtenissen tot aparte verhaallijnen in de romans. Zo is de dood van kraker Kiliaan Noppen in Advocaat van de Hanen gebaseerd op Hans Kok, en is in deel 3 het verhaal van Hennie A. uit Lummel gebaseerd op de rechtszaken tegen Annie E. uit Bemmel in 1965 en 1974.

De tandeloze tijd bestaat tot nu toe uit de volgende delen:

De slag om de Blauwbrug (proloog, 1983)
Vallende Ouders (deel 1, 1983)
De Gevarendriehoek (deel 2, 1985)
Advocaat van de Hanen (deel 4, 1990) - verfilmd in 1996
Schwantje's Fijne Vleeschwaren (apocrief, 1992) - bibliofiel gepubliceerd fragment
Weerborstels (een intermezzo, 1992) - Boekenweekgeschenk
Het Hof van Barmhartigheid (deel 3, eerste boek, 1996)
Onder het Plaveisel het Moeras (deel 3, tweede boek, 1996)
De Helleveeg (deel 5, 2013) - verfilmd in 2016
Kwaadschiks (deel 6, 2016)
Kastanje a/d Zee (deel 7, 2016)

Overige delen van de cyclus staan wellicht nog te verschijnen, in de afgelopen jaren zijn verschillende delen aangekondigd onder de titels Da Vinci op de Veluwe, Verliefd tegen en Averij. Ook heeft Van der Heijden aangegeven een epiloog aan de cyclus te willen toevoegen over de moord in 2005 op de Nijmeegse kraker Louis Sévèke met als werktitel De Oprotpremie. Volgens de titelpagina van het in 2013 verschenen vijfde deel, De helleveeg, zijn nog drie delen in voorbereiding:

De IJzeren Man (De tandeloze tijd, deel 7)

Schwantje's Fijne Vleeschwaren (De tandeloze tijd, deel 8); een verhaal met dezelfde naam is ook verschenen in de bundel Gentse Lente (2008)

Verwante boeken en verhalen

Door Van der Heijden zijn verschillende voorstudies voor delen van De tandeloze tijd als losse verhalen gepubliceerd. De verhalen Het Byzantijnse kruis, Adagio, en De magneetvrouw verschenen in de bundel Gentse Lente (2008). In deze bundel staat ook het verhaal Schwantje's fijne vleeschwaren dat alleen op een klein onderdeel verwant is aan het fragment dat in 1992 verscheen.

In 2009 verscheen Doodverf: een 'herschrijving' van de verhaallijn over de Gipsmoord uit deel 3 van de De tandeloze tijd tot een zelfstandige roman. (bron)

Over de auteur:

Van der Heijden is een schrijver van autobiografische verhalen en romans. In zijn werk is het eigen leven van de schrijver te herkennen. Dit maakt dat het gehele oeuvre met elkaar verbonden is. Dat wil echter niet zeggen dat gebeurtenissen en personen in zijn werk een getrouwe afspiegeling zijn van zijn eigen leven: hij gebruikt deze vrij, om ze te combineren met fictie, filosofische uitweidingen en een treffende sfeertekening van de Nederlandse sociale en culturele geschiedenis vanaf de jaren vijftig.

Van der Heijden wordt weleens gezien als de vertegenwoordiger van een generatie die na de oorlog opgroeide; dit in tegenstelling tot schrijvers als Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans en Jan Wolkers die de Tweede Wereldoorlog tot een belangrijk motief in hun werk maakten.

Kern van het oeuvre van Van der Heijden is de cyclus 'De tandeloze tijd'. Kenmerkend is dat deze oorspronkelijk bedoeld is als trilogie, maar veel omvangrijker werd. (Het loopt vaak anders met de bedoelingen van Van der Heijden. Zo zijn er al jaren vooraankondigingen van nieuwe romans die maar niet verschijnen, of groeien hoofdstukken soms uit tot complete romans.)

De schrijver is inmiddels alweer een nieuwe ambitieuze cyclus gestart, Homo duplex, over een naamloze God die naar de aarde is gekomen om een wereldrevolutie te beginnen. Hoewel er nog geen gerangschikt deel van de cyclus is gepubliceerd, is er wel een omvangrijke proloog uitgekomen, De Movo Tapes en de sleutelboeken Drijfzand Koloniseren en Mim. In maart 2007 verscheen het nader in de cyclus te plaatsen deel Het schervengericht. Binnen deze cyclus zijn er meer werken gepland.

Daarnaast publiceert hij tussendoor ook 'los' autobiografisch werk, onder andere in de vorm van dagboekaantekeningen en requiems, bijvoorbeeld over zijn vader, Asbestemming, en over zijn moeder, Uitdorsten. Van der Heijden publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem Patrizio Canaponi (waaronder de verhalenbundel Een gondel in de Herengracht en de roman De draaideur). De cyclus Homo Duplex publiceerde hij aanvankelijk onder het pseudoniem A.F.Th. Latere drukken van delen uit deze cyclus verschenen weer onder zijn volledige naam.

Inhoud en thema's van zijn werk

In de cyclus De tandeloze tijd staat Albert Egberts (deels alter ego van de schrijver zelf) centraal, maar gaandeweg treden er ook andere personen op de voorgrond. We volgen Albert vanaf zijn kindertijd in Brabant (Vallende ouders), tot zijn studententijd in Nijmegen en Amsterdam (De gevarendriehoek) tot en met zijn ondergang als junkie in Amsterdam (Onder het plaveisel het moeras), maar maken tussendoor ook kennis met onder anderen de advocaat Ernst Quispel (Advocaat van de hanen) in de jaren tachtig.

Regelmatig verwerkt Van der Heijden waargebeurde gebeurtenissen in zijn verhalen. In wat door sommige critici gezien wordt als zijn beste werk, Advocaat van de hanen, gebruikt hij de dood van de kraker Hans Kok in een politiecel als achtergrond. In zijn recente werk Het schervengericht figureren de regisseur Roman Polanski en de moordenaar van diens vrouw, Charles Manson. Van der Heijden maakte bekend dat als er een nieuw deel van De tandeloze tijd zal verschijnen, dat waarschijnlijk over de moord op kraker en activist Louis Sévèke zal gaan.

De tijdsbeleving is allesbehalve chronologisch en consistent in deze cyclus: die tijdsbeleving is juist het centrale thema ervan, zoals de naam al doet vermoeden. In deel I van De tandeloze tijd wordt het begrip 'leven in de breedte' geïntroduceerd: aangezien het leven 'in de lengte' niet te stoppen valt, moet het maar in de breedte worden gezocht. Door elk moment uit te spinnen, te verbreden, wordt gehoopt het leven waardevoller te maken. De uitgebreidheid van beide cycli boeken weerspiegelen dit leidmotief.

Waar Van der Heijden in de cyclus De Tandeloze Tijd veelal putte uit zijn eigen leven, borduurt hij in de Homo duplex-reeks verder op de Griekse mythen; Drijfzand koloniseren is een vrije bewerking van Sofokles' Thebaanse trilogie, de Labdaciden en Mim is een eigentijdse variatie op het verhaal van Oedipus. Eerder speelde Van der Heijden al met de Oedipus-mythe, in Advocaat van de hanen, waarin de advocaat uit de titel op zoek gaat naar een getuige van een moord. (bron)

Bibliografie:

Titel: Advocaat van de hanen - deel 4 uit de reeks De tandeloze tijd
Auteur: AFTh van der Heijden
ISBN: 9789021466120
Uitgever: Querido
Jaar: 1990
Aantal pp’s: 573

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.