vrijdag 27 september 2019

Silvio Pellico - Mijn gevangenissen

Recensie door Tea van Lierop
Uitgeverij Van Oorschot



'De rust der lafhartigen is van geen enkele waarde!'

Deze succesvolle Italiaanse klassieker uit de negentiende eeuw werd onlangs opnieuw vertaald. Toneelschrijver, journalist en dichter Silvio Pellico (1789-1854) zat gevangen wegens hoogverraad, hij was lid van 'De Carbonari's' een geheime organisatie die streed voor een verenigd en onafhankelijk Italië. Op 13 oktober 1820 werd Silvio opgepakt en van zijn 10-jarig gevangenschap tekende hij na zijn vrijlating in 1930 zijn herinneringen op. Het boek verscheen in 1832 onder de titel : 'Le mie prigioni' , de eerste Nederlandse vertaling werd in 1833 uitgebracht, de laatste in 1911.

De titel verraadt al dat het om meerdere gevangenissen gaat, de Santa Margherita gevangenis in Milaan is de eerste. Silvio begint met de uitleg dat hij over zijn verhoren niet zal uitweiden, hij laat de politiek voor wat hij is. Waarover gaat het dan wel? In het voorwoord komt deze bijzondere verklaring:

'Ik wilde een alom bekende, maar vaak vergeten waarheid benadrukken: dat godsdienst en filosofie samen ten grondslag liggen aan een krachtige wil en een kalm oordeel, en dat er zonder die twee geen rechtvaardigheid, waardigheid of vaste beginselen bestaan.'

Niet door alle goeds wat de filosofie had bewerkstelligd over boord te gooien, maar de bevestiging door het christendom van dat goede met verhevener, machtiger argumenten.
Eén van de eerste gedachten die opkomen na z'n opsluiting gaan over zijn familieleden, zij zijn niet op de hoogte van de aard van z'n aanklacht en denken dat hij snel vrijgelaten zal worden. Dit thema, de familie die in het ongewisse blijft, zal als een rode draad door het hele boek lopen. Het motto sluit hierbij aan:

'Een mens, kind van een vrouw, beperkt van dagen, overstelpt met zorgen. Job 14:1'

Tijdens die eerste nacht geeft een innerlijke stem hem antwoord op de vraag wie zijn dierbaren de kracht zal geven om deze slag te boven te komen: 'God zal dat doen'. Met dit antwoord gooit hij al z'n vroegere twijfels overboord en neemt zich voor zijn leven te veranderen en God te omarmen. Met het risico dat anderen hem als een 'schijnheilige' zouden kunnen zien. Het enige waarmee Silvio zijn eerste dagen kon vullen was met het boek De goddelijke komedie van Dante waaruit hij dagelijks een canto uit zijn hoofd leerde, en een bijbel. Ook hij mocht gebruik maken van de gevangenisbibliotheek, dit bracht geen uitkomst, met een onrustige geest is het moeilijk concentreren.

Gedurende de tien jaren opsluiting waren er dierbare ontmoetingen met cipiers, medegevangenen, geestelijken en het bijzondere meisje Zanze. Zij was de dochter van de gevangenisbewaarder en zette, in tegenstelling tot haar moeder, lekkere pittige koffie. Dit meisje, geen schoonheid, maar wel heel belangstellend, was een welkome afleiding, ze hadden lange gesprekken en konden elkaar troosten. Zij, met haar problematische minnaar en hij, als gevangene, hadden elkaar nodig. Aan alles komt een eind, dus ook aan de bezoekjes van deze dierbare vriendin. En zo kwamen en gingen de afleidende, broodnodige 'reddende engelen'. Ze hadden niet allemaal even goede bedoelingen, een zeker wantrouwen was op zijn plaats, want voor je het weet word je vertrouwelijk met een spion. Het voornemen om ten alle tijden rustig te blijven en geen veroordeling uit te spreken over hen die je kwaad willen doen vergt uiterste zelfbeheersing, deze beproevingen lopen als motief door het boek, steeds weer in een andere gedaante.

Na het vonnis wordt Silvio overgebracht naar fort Spielberg, dit ligt bij de stad Brünn in Moravië. Hier worden de verschrikkingen bijna voelbaar beschreven, de kettingen, het ongemak waarmee dit gepaard gaat, de deplorabele gezondheid en de uitzichtloosheid. Want ook al was er een vonnis uitgesproken, tijdens de gevangenschap kon er gratie verleend worden. Wat restte was eindeloos wachten, hopen en vooral in de christelijke houding blijven volharden. En dan die zorgen om het thuisfront, zijn dierbare familie, dit bleef een foltering voor hem. Maar ook hier weer de kameraadschap met medegevangenen, het lezen van boeken, het schrijven en uit het hoofd leren van gedichten om het geheugen te trainen.

Een nieuwe periode breekt aan wanneer Silvio vrijgelaten is. Op advies van de eerbiedwaardige tachtigjarige abt Giordano beschrijft hij zijn geleden ontberingen en publiceert ze. Dat deze niet door iedereen goed ontvangen zouden worden was te voorzien, maar:

'De voortreffelijke Don Giordano beschikte over een masculiene, warme welsprekendheid die een zeer goede uitwerking had op mijn geest. Keer op keer zei hij tegen me: ‘De rust der lafhartigen is van geen enkele waarde! Bedenk dat als God u heeft toegestaan naam te maken in de literatuur, hij dat deed om u te inspireren tot het schrijven van een boek dat heilzaam is voor uw naaste.’

Inderdaad kwam er flink wat kritiek op de ontboezemingen, het zou gedaan zijn met z'n reputatie, het zou schijnheilig zijn, zijn devotie zou een komedie zijn. Maar het boek werd succesvol, het werd heel goed ontvangen en de auteur kreeg eervolle brieven. Op een keer werd hij uitgedaagd voor een discussie door een protestant die moeite had met het gemak waarmee absolutie verleend wordt :

'Denk maar niet dat God een pardon dat jullie zo makkelijk door die dienaren van Baäl is verleend, bekrachtigt.’

Het boek stemt tot nadenken over hoever je gaat met het nemen van risico's voor een ideaal en hoe je de consequenties aanvaart wanneer het verkeerd uitpakt. Deze man heeft bewezen dat je, door jezelf een zuivere houding aan te meten en je daar aan vast blijft houden, een uitweg vindt. In zijn geval is dat God en het katholicisme. Ik heb grote bewondering voor de rustige houding van Silvio Pellico en ik ben het niet eens met sceptici die zijn onwaarachtigheid in twijfel trekken, nee die man lijkt me oprecht.
Mijn waardering is mede te danken aan de mooie, soepel lopende vertaling. Het valt niet mee om een boek, waarin het gevoel en de gruwelen beiden hun plaats moeten krijgen, zo geloofwaardig en zonder valse sentimenten te vertalen uit het bloemrijke en misschien wat archaïsche Italiaans.


Auteur

Silvio Pellico (Saluzzo, 24 juni 1789 – Turijn, 31 januari 1854) was een Italiaans schrijver, dichter, toneelschrijver en patriot.
Pellico verzette zich zijn leven lang tegen de Oostenrijkse overheersing van Italië. De Oostenrijkers verdachten hem van Carbonarisme en sloten hem op in onder andere de Spielberg, de beruchte Piombi in Venetië, en andere gevangenissen.
Pellico heeft zijn gevangeniservaringen na zijn vrijlating opgetekend in Mijn gevangenissen. Het boek verscheen in 1832. Het boek werd kort daarop ook in het Nederlands vertaald. In 1911 kwam er een nieuwe vertaling uit, gemaakt door Frans Erens. De meest recente vertaling van zijn werk is van april 2017 (Vertaling: Yond Boeke en Patty Krone). Mijn gevangenissen is het verhaal van zijn tien jaar durende lijdensweg.
Van zijn werk zijn zijn vrome maar naïeve spreuken in "Dei doveri degli uomini" en vooral zijn in 1832 verschenen herinneringen aan "zijn" gevangenissen in Le mie prigioni van blijvend belang gebleken. Het werk is in de meeste Europese talen vertaald.

Titel: Mijn gevangenissen
Auteur: Silvio Pellico
Uitgever: Van Oorschot
Vertaling: Yond Boeke en Patty Krone
Pagina's: 239
ISBN: 9789028261853
Uitgeverij Van Oorschot
Verschenen: april 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.