woensdag 3 april 2019

Ilja Leonard Pfeijffer-Grand Hotel Europa



Recensie door Roosje
Uitgeverij De Arbeiderspers


                                         Op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2019


La vieille dame d’Europe, va-t-elle mourir? Een moderne Lof der zotheden


Hoe lang is het wel niet geleden dat Zeus zijn wellustig oog liet vallen op de Fenicische prinses Europa? Zij was de dochter van het koningspaar Agenor en Telephassa en de zuster van Cadmus. Zeus ontvoerde haar in de gedaante van een vriendelijke witte stier en belandde in een terra incognita, ten westen van de beschaafde wereld. Zo ontstond het werelddeel Europa. De prinses baarde onder anderen de mensenverslindende Minotaurus. Zij huwde de koning van Kreta. Zo werd Kreta de bakermat van het nieuwe werelddeel, de nieuwe wereld als het ware. Dus niet Italië was die bakermat, zoals je misschien uit het verhaal van Pfeijffer zou kunnen opmaken, maar dit terzijde.

Een schrijver komt op zeker moment aan in Grand Hotel Europa; de eerste die hij ziet is Abdul, de Noord-Afrikaanse liftboy, wellicht de Aeneas van zijn tijd, geboren misschien uit een Cartaagse prinses, wie zal het zeggen?; zij roken gezamenlijk een sigaret, buiten, en het liefst ook buiten het zicht der hotelgasten zoals het tegenwoordig hoort in het moderne en gezonde Europa. Deze schrijver draagt toevallig of niet, dezelfde naam als de schrijver van het boek Grand Hotel Europa maar dat vernemen we later pas. Je moet de stereofoto’s en de verdubbelingen en de drosteverpleegstersafbeeldingen gedoseerd toedienen. 
 
De schrijver komt hier om in afzondering te schrijven over een verloren liefdesrelatie. Als het dan toch moet dan wil hij zijn verdriet metamorfoseren; dat er dan nog goeds, iets moois en iets waars uit voort komt; utile dulci. Dus is deze roman in de eerste plaats de roman over het schrijven van een roman. Altijd maar moet de schrijver beloven aan de mensen met wie hij omgaat dat hij hen niet zal gebruiken in zijn fictie, en als dat wel zou doen dan anoniem of onder pseudoniem: je weet in fictie dus nooit wat waar is of niet; de waarheid is een puzzel. De ‘nu’-lijn van het verhaal is het verblijf van de schrijver in dit vervallen maar nog steeds statige hotel, terwijl je je afvraagt wat er dan zo statig is: het mineure portret van Paganini in de lounge; de slecht sluitende vensters, de buiten werking zijnde fontein? Dat vraagt de nieuwe hoteleigenaar, de Chinese meneer Wang zich ook af. Weg met de gedateerde en sjofele Chinese salon, welcome de remake van een gezellige Engelse pub.

In deze breed uitwaaierende roman worden er diverse verhalen verteld, zoals dat van het liefdesverhaal tussen de schrijver en de Italiaanse kunsthistorica Clio, niet voor niets de muze van de geschiedschrijving èn het heldendicht, en haar naam roept in de verre diepten toch ook associaties met een vrouwelijk geslachtsdeel. Hun liefde is instantly en heftig. Hun eerste vrijpartij, hoe die plaatsvond, las ik tegelijk in een ander boek, maar ik herinner me niet meer welk *ogen ten hemel geslagen*: de prachtige jonge vrouw trekt zich terug in de badkamer en komt er naakt uit tevoorschijn: blijkbaar een diep erotisch verlangen van veel mannen, een ultieme natte droom. Soit, ze verliezen zich in elkaar en dit amoureuze verhaal is met al zijn zijpaden eveneens het hoofdverhaal van dit boek. 
 
Laten we zeggen dat er drie hoofdverhalen zijn: het verhaal over het schrijven van een roman; een machtig liefdesverhaal; het verhaal van de grande dame Europa. Binnen het liefdesverhaal is de zoektocht naar de verdwenen Caravaggio, het zelfportret van de peintre maudit als Maria Magdalena in extase. - Euh, verdwenen? - Clio vermoedt dat het een verdonkeremaande Caravaggio betreft. Deze queeste laat zich lezen als een Dan Brown-puzzeltocht. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dat laatste niet zelf verzonnen heb, ik vond de regel op de achterkant van Pfeiffers boek. Nou, de term puzzeltocht is wel van mij *bloos*. Ik denk dat we wel kunnen stellen dat Pfeijffer het er nog beter afbrengt dan Dan Brown qua overtuigende verzinsels, retoriek en puzzelarij; overigens roept het bij mij ook reminiscenties op aan een ander boek: De ontdekking van de hemel van Mulisch, en ik vermoed dat Pfeijffer met deze associatie niet ontevreden zal zijn.


Mary magdalene caravaggio
Het omvangrijkste verhaal is natuurlijk dat van Europa zelf, van schone maagd tot grande dame, vieille dame. Minutieus onderzoeken Pfeijffer en Clio haar geschiedenis en haar verwording, panta rei, alles is voortdurend in beweging en niets blijft hetzelfde, dus ook Europa hoeft zich niet te schamen voor haar oude dag en de rimpels in haar gelaat. Of toch wel? Clio en Pfeijffer vinden dat Europa verworden is tot een plastic Mariabeeldje dat je kunt kopen in Lourdes - nee, dat vinden zij niet, dat is mijn vertaling -, dat plastic is larger than life; Europa dat verworden is tot het toeristische Disneyland, maar dan eentje dat niet netjes bijgeverfd is en niet netjes aangeharkt, maar anderzijds toch ook weer wel. Ironie, meta-ironie, paradoxen, paradoxen van paradoxen, dubbele, driedubbele betekenissen, letterlijk en figuurlijk gebruik van woorden en begrippen, literaire, filosofische en kunsthistorische intertekstualiteit en meta-visies haken elkaar pootje, acceleren elkaar - dit is vrees ik wel een soort van neologisme - in deze roller coaster van nep en fake en authenticiteit. En om het nog vermakelijker te maken vergeet Pfeijffer zichzelf en zijn Italiaanse schone ook niet te ironiseren: in hun kleding, hun - nu ja, vooral zijn - make-up, in hun über-intellectualistische spel met zichzelf, elkaar - eveneens bekritiseren zij elkaar -, hun idool Caravaggio en de vermakelijke zoektocht naar een verdwenen beeld, een schilderij, van een man die zich verhult als vrouw, veel ambiguer kun je het niet krijgen.

Nu ben ik toch al tamelijk snel aanbeland aan Pfeijffers unique selling point : zijn prettig en vermakelijk aandoende intellectualisme dat hij bijna weer direct relativeert met zijn über-ironie en satirische misschien wel sarcastische retoriek. Ja, über-ironie - deze term heb ik toch nog nergens gezien - is het stijlkenmerk van Pfeijffer. Vreemd genoeg ben ik tegelijkertijd het oude boek Lof der zotheid van Erasmus aan het lezen; Pfeijffer zou vast vol bewondering knikken als hij het zou weten; ook een voorbeeld van über-ironie, verzinnebeeld in het personage van de Zotheid. Dit handelskenmerk van Pfeijffer heeft mij toch wel een tijdje van hem afgehouden. Zelf ben ik wat meer van de tongue-in-cheek-ironie en fijnzinnige, bijna onopvallende humor, waar veel Engelse auteurs heel goed in zijn. Toch heb ik me laten overtuigen in dit brede, alle kanten opgaande, maar toch wel op één punt uitkomende boek. Ik heb onderwijl veel gelachen en gegrinnikt, dat is een goed teken en ik betrap me erop dat ik hierin steeds meer ga lijken op mijn moeder. Nu ja, wat is er mis met het gaan lijken op zijn/haar moeder? 
 
Soms treedt er een zekere vermoeidheid op door die constante gouden regen aan ironie, paradox, meta-visies, zoals onder andere verbeeld in het toilet maken van de schrijver zelf in Grand Hotel Europa, zonder welke hij zich niet durft te vertonen aan de wereld. Maar die vermoeidheid wordt getransformeerd door de vele verhalen die we geserveerd krijgen in het lopende verhaal: het verhaal van de twee Marco’s, die een documentaire willen maken over een beroemde schrijver; toerisme - vooral daarvan heel veel -; het verschil van Europeanen met de Chinezen, en met de Amerikanen, waarbij Europeanen er niet zo goed afkomen; seks met een minderjarig Amerikaans meisje; de verliefdheid van een oude feministische dichteres in wijduitwaaiende gewaden; de oude Griek; de majordomus van het hotel; de liftboy, de Noord-Afrikaanse vluchteling; Venetië, Genua, Skopje en het voormalig communisme, Abu Dhabi mag ik natuurlijk niet vergeten. Die verhalen gebeuren allemaal in de slipstream van het grote liefdesverhaal van de schrijver voor zijn muze en het liefdesverhaal van de schrijver voor zijn roman in wording en voor zijn schrijverschap.

De roman gaat eveneens over ons werelddeel, ons leven, onze geschiedenis, over de liefde en over de verhalen die mensen elkaar vertellen om elkaar om de tuin te leiden of om elkaar voor elkaar te winnen. Die verhalen, misschien te beginnen met de Fenicische prinses die door een hoge macht verleid werd, moeten we blijven vertellen want onze waarheid die we nu vooral virtueel communiceren, verdwijnt gewoon. Wie kan er nog zijn WP5-bestanden lezen, om maar eens wat te noemen. Wie weet trouwens nog wat voor een programma dat was eigenlijk, WP?

Een majestueuze roman over de liefde en over Europa, en over de Roman, een unieke stijl en wat mij betreft de winnaar van de Libris Literatuurprijs 2019.
Over de auteur

Ilja Leonard Pfeijffer (Rijswijk (ZH), 17 januari 1968) is een Nederlands dichter, classicus en schrijver. Op 13 mei 2014 won hij de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba. Pfeijffer woont in Genua. Pfeijffer was tot 2004 werkzaam als classicus aan de Universiteit Leiden. Hij is gespecialiseerd in het werk van de klassieke dichter Pindarus. In 1998 won hij de C. Buddingh'-prijs voor zijn dichtbundel Van de vierkante man. Voor de Boekenweek 2000 stelde hij de bundel De Antieken: Een korte literatuurgeschiedenis samen. In 2014 kreeg hij de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba (2013), terwijl zijn poëziebundel Idyllen in 2015 werd onderscheiden met de Jan Campert-prijs en de Awater poëzieprijs. In 2015 was Pfeijffer de auteur van het Poëziegeschenk, en in het voorjaar toerde hij door Nederland en Vlaanderen met Tommy Wieringa, Dimitri Verhulst, Gustaaf Peek en Thé Lau, met het theaterprogramma The Pursuit of Happiness. In 2010 schreef hij een aantal liedteksten voor de theatertour Durf Jij? van Ellen ten Damme.




Titel: Grand Hotel Europa
Auteur: Ilja Leonard Pfeijffer
Uitgever: de Arbeiderspers
Verschijningsdatum: december 2018
Aantal pagina's: 552 pagina's
EAN: 9789029526227
Categorieën: Literaire romans
Overige kenmerken: Genomineerde Libris Literatuurprijs 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.