woensdag 13 maart 2019

Michail Boelgakov-De meester en Margarita

Bespreking door Tea van Lierop
G.A. van Oorschot





Meesterlijk verhaal met duivelse streken



Deze roman uit de Russische bibliotheek valt niet één twee drie te categoriseren. Hij heeft meerdere verhaallijnen en zit vol verwijzingen naar het Sovjet regime, literatuur, de muziek en de bijbel. Het duurt even voor het duidelijk is wie bedoeld worden met de ‘meester’ en ‘Margarita’ uit de titel. 

Eerst is er de beginpassage waarin twee burgers, redacteur Berlioz en dichter Ivan worden aangesproken door een vreemdeling met voorspellende gaven. De twee heren hadden zojuist een discussie over het wel of niet bestaan van Jezus en deze vreemdeling beweert dat hij met Emmanuel Kant* aan het ontbijt gezeten heeft, dat hij leefde in de tijd dat Jezus veroordeeld werd en Pontius Pilatus terecht kwam in een tweestrijd bij het maken van het vonnis. Duizelingwekkende dialogen en bizarre gebeurtenissen volgen elkaar nu op.

Niets is wat het lijkt en dat maakt van deze roman een bijzonder verhaal. Er wordt razendsnel geschakeld van de ene plaats naar de andere. Boelgakov maakt in zijn roman gebruik van de namen zoals die vóór de Sovjetperiode bestonden. De vijver uit de openingspassage wordt de Patriarchvijver genoemd, terwijl in de tijd dat de roman geschreven werd de naam veranderd was in Pioniersvijvers (meervoud, omdat er vroeger drie vijvers waren) Achterin het boek staat een flink aantal noten naar zaken waarnaar verwezen wordt, vaak kunst, maar ook bijzonderheden die het regime betreffen.

Wat is er aan de hand? De duivel komt in eigen persoon naar Moskou en maakt samen met zijn trawanten de stad onveilig. Het typoscript van de auteur, die in zijn boek een geheel andere variatie schreef op het leven van Pontius Pilatus, wordt afgewezen door de uitgeverijen. Daarop verbrandt hij bijna het gehele afgekeurde werk en wordt hij opgenomen in een psychiatrische kliniek, waar ook dichter Ivan opgesloten zit. Margarita, de geliefde van de naamloze schrijver, is voor de duivel niet bang en sluit zich aan bij het satanisch gezelschap om haar meester vrij te krijgen. Een bonte vertelling van de meest bizarre gebeurtenissen maakt het verhaal spannend, amusant en geeft ook een inkijkje op het functioneren van de bureaucratie in de tijd waarin de roman zich afspeelt.
Duivel Woland loopt onuitgenodigd binnen waar hij wil met in zijn kielzog Korovjef – een individu met wissende identiteit maar meestal met geruit vest – en een enorme zwarte kater.

‘Maar het bleek er in de slaapkamer nog beroerder voor te staan: op de poef van de juweliersvrouw lag in nonchalante pose een derde bezoeker – een zwarte kater van griezelige afmetingen, met in de ene poot een glas wodka en in de andere een vork, waaraan hij kans gezien had een gemarineerde paddenstoel te prikken.’ (1997-91)


Deze kater met de welluidende naam Behemoth is door en door slecht, hij schroomt niet om de boel in de fik te zetten en onthoofden kan hij ook. Verder is hij behoorlijk veerkrachtig, een kogel meer of minder deert hem niet, met een slok benzine is hij zo weer de oude. Zijn naam ontleent hij aan een reusachtig beest genoemd in het Bijbelboek Job. (Job 40:10-19 Statenvertaling)


Behemoth en Leviathan, gravure van William Blake


Een ander duivels personage is een vrouw met de naam Hella, een vrouwelijke vampier. Haar eerste optreden in het verhaal doet ze helemaal naakt. De roodharige vrouw met de vurig fosforescerende ogen kust de hard gestrafte administrateur van het Variété Theater en maakt hem zo tot vampier.
In het Variété Theater gebeuren wonderlijke zaken. Woland en zijn clan geven een show van zwarte magie. Een persoon wordt onthoofd en een grote graaipartij in luxe kleding en juwelen ontaardt in chaos en ontmaskering. Al deze zaken hebben een betekenis, niet alleen de namen, maar ook de decadente show. Tijdens de show wordt een hooggeplaatste van de schouwburg te kijk gezet als schuinsmarcheerder.

Het boek bestaat uit twee delen, in het eerste deel heeft Margarita nog geen naam, ze is de naamloze minnares van de schrijver. In deel twee maakt ze kennis met Azazello, ook een lid van de duivelse groep, en sluit zich bij hen aan, ze wordt een heks met alles erop en eraan, over vliegende vaart gesproken...
De vele dialogen maken het boek sprankelend leesbaar, je hoort in feite de personages spreken vanuit hun positie en dat maakt ze bijna tot personen, hoewel het personages blijven natuurlijk. Maar voor het verhaal is het een aanwinst, ook al omdat ze zo uitgebreid beschreven worden.
Dit prachtige liefdesverhaal met twee andere zeer mooie verhaallijnen heb ik met veel plezier en bewondering gelezen. De afwisseling van dialogen, hallucinaties, dromen en spektakel maken dit boek tot een ervaring in plaats van een lezing.

Voor wie tijdens het lezen niet alles zelf wil opzoeken is er een erg behulpzame en uitgebreide site waarop alles te vinden is over de roman en de auteur.

*Immanuel Kant (Koningsbergen, Pruisen, 22 april 1724 - aldaar, 12 februari 1804) was een Duitse filosoof ten tijde van de Verlichting, wiens ideeën een grote invloed hebben uitgeoefend op de westerse wijsbegeerte. Kant wordt wel gezien als de eerste Duitse idealist. Zijn Kritik der reinen Vernunft uit 1781, waarin hij de grondslagen en de grenzen van de menselijke kennis onderzoekt en een eigen epistemologie creëert, wordt als zijn belangrijkste werk beschouwd. De filosoof Arthur Schopenhauer noemde dit werk 'het belangrijkste boek dat ooit in Europa verschenen is'. (bron)



De auteur

Michail Afanasjevitsj Boelgakov (1891 - 1940) werd geboren in Kiev, als zoon van een hoogleraar aan de Kievse academie van geesteswetenschappen. Hij studeerde medicijnen en was werkzaam als journalist. Zijn eerste publicaties verschenen in 1919, in 1925 gevolgd door een verhalenbundel en zijn eerste roman De Witte garde. Hier was zijn toneelstuk De dagen der Toerbins aan voorafgegaan, waarvan de roman een bewerking is. Achteraf beschouwd heeft het toneelstuk wellicht voorkomen dat Boelgakov, als zoveel schrijvers uit de Sovjetperiode (1917 - 1989), in de vernietigingskampen van dictator Stalin is omgekomen: deze laatste was zó enthousiast over het stuk, dat hij er vele opvoeringen van heeft bijgewoond, en dit is vermoedelijk ook de reden waarom hij Boelgakov spaarde. De Witte garde behandelt op aangrijpende wijze de ondergang van de ‘Witten’, die zich verzetten tegen de ‘Roden’ (de bolsjeviki onder leiding van Lenin, Trotski én Stalin), die als overwinnaars uit de Russische revolutie van 1917 tevoorschijn kwamen.

Hoewel hij zijn werk gepubliceerd noch opgevoerd kreeg bleef Boelgakov schrijven. In de laatste vijftien jaar van zijn leven kwamen talloze toneelstukken en vijf romans tot stand zoals De eieren der Rampspoed en Hondenhart, twee vroege voorbeelden van Russische science-fiction, maar tegelijk satires op de Sovjetsamenleving. Vlak voor zijn dood voltooide Boelgakov zijn grote roman De meester en Margarita, waaraan hij twaalf jaar gewerkt heeft. Daarin wist hij de tragiek van zijn geteisterde vaderland schitterend te vervlechten met die van zijn persoonlijk leven als monddood gemaakte schrijver. De eerste publicatie van dit werk in 1966 in West-Europa maakte hem in één klap wereldberoemd. Tegenwoordig wordt Boelgakov beschouwd als een van Ruslands beste 20ste-eeuwse schrijvers. (van Oorschot)

Titel: De meester en Margarita
Auteur: Michail Boelgakov
Uitgever: G.A. van Oorschot
ISBN: 9789028242555
Vertaling: Marko Fondse en Aai Prins
Pag.: 448
Genre: fictie
Verschenen: 1997

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.