woensdag 9 januari 2019

John Williams-Augustus

Recensie door Roosje
Uitgever Lebowski




Ave Caesar, een stukje Romeinse geschiedenis


Het fijne aan de bespreking van een roman met een historisch onderwerp is dat iedereen weet hoe het afloopt en dat spoileren nu gewoon is toegestaan.
Deze bespreking gaat over Octavianus, beter bekend als keizer Augustus, gezien door de ogen van John Williams.

Ik ben zo vrij er Wikipedia even op na te slaan om mijn geheugen op te frissen. Mijn eigen herinneringen, na het lezen van Livius’ Ab urbe condita en Tacitus’ Historiën, liggen in een te grijs verleden. Ik had na het lezen van deze biografische roman grote behoefte aan een historische contekst. Misschien heb ik een beetje overdreven. Voel je vrij gewoon de stukken die je niet interesseren over te slaan.






Augustus, wie was dat ook al weer?

Imperator Caesar Augustus (Rome, 23 september 63 v.Chr. - Nola, 19 augustus 14 n.Chr.) werd geboren als Gaius Octavius (Thurinus); hij werd geadopteerd door zijn oudoom Gaius Iulius Caesar (Julius Caesar), anderen noemde hem meestal Octavianus (voor 27 v.Chr.) of Augustus (na 27 v.Chr.). Hij was de eerste princeps (feitelijk eerste burger, later keizer genoemd) van Rome. Door steeds meer verschillende bevoegdheden van republikeinse magistraten naar zich toe te trekken kreeg hij als alleenheerser de feitelijke macht over Rome in handen.
Deze achterneef en voornaamste erfgenaam van Gaius Iulius Caesar won de machtsstrijd die volgde op de moord op Caesar op 15 maart 44 v.Chr. en was in 31 v.Chr. de enige die levend uit deze strijd kwam. Vanaf 27 v.Chr. zou hij als princeps de teugels van het Imperium Romanum in handen houden. Hij maakte een einde aan een eeuw van burgeroorlogen en stichtte in de daaropvolgende periode de Julisch-Claudische dynastie. Onder het mom van het herstel van de republiek (restitutio rei publicae) voerde hij in werkelijkheid een duurzame omvorming tot monarchie (principaat) door. Ook op sociaal-economisch en ander gebied voerde Augustus tijdens zijn regering hervormingen door. Zijn heerschappij zorgde voor een langdurige tijd van interne vrede, die als Pax Romana (soms ook wel Pax Augusta) werd aangeduid.(tekst loopt door onder de afbeelding)

Julius Caesar

Zijn levensgeschiedenis toont twee ogenschijnlijk volkomen tegenovergestelde persoonlijkheden. Enerzijds was hij de jonge, eerzuchtige, soms wrede politicus, die in de strijd om de hoogste macht zonder scrupules de wet aan zijn laars lapte. Anderzijds was hij de princeps, die - eenmaal in het bezit van de macht - er zeer wijs gebruik van maakte. Met het principaat voerde hij een nieuwe, duurzame staatsinrichting in, ter vervanging van de republiek die in de honderdjarige burgeroorlog geheel verwoest was. Omdat Julius Caesar geen wettige zoon had, nam hij zijn achterneef onder zijn vleugels. Zo werd Gaius Octavius op Caesars voorspraak in 48 v.Chr. in het college van Pontifices opgenomen. In 47 v.Chr. was Octavius praefectus urbi, die de consuls verving die zich tijdens de ludi Latini niet in Rome ophielden. In 46 v.Chr. liet Caesar hem aan zijn triomftocht na zijn zege in de burgeroorlog deelnemen. In het jaar daarop begeleidde de jonge Gaius Octavius zijn oudoom op diens veldtocht tegen de zonen van Pompeius naar Hispania, waar hij op Caesar duidelijk indruk maakte door zijn dapperheid. Hij zou ook als magister equitum (letterlijk ‘leider van de ruiterij’, de rechterhand van een dictator) aan de geplande veldtocht tegen de Parthen hebben deelgenomen. Samen met zijn vrienden Marcus Vipsanius Agrippa en Salvidienus Rufus was hij reeds naar Apollonia in Illyria (het huidige Albanië) vooruitgestuurd. Daar bereikte hem in het voorjaar van 44 v.Chr. het bericht van de moord op Caesar. Tijdens zijn terugreis naar Rome vernam hij dat de dictator hem bij testament had geadopteerd en tot voornaamste erfgenaam van zijn privé-vermogen had aangeduid. (bron)
Enfin, door het slim te spelen, zijn tegenstanders, o.a. de Caesar-moordenaars en Marcus Antonius te manipuleren en zich niet door zijn gevoelens te laten meespelen kreeg Octavianus uiteindelijk zijn erfenis, die hem door Julius Caesar was toebedeeld. Hij werd de eerste Romeinse keizer.

Dat is toch weer een heel verhaal geworden. De situatie in Rome rondom het begin van onze jaartelling is verwarrend. De oude Republiek, die Rome was, was dood, het keizerschap, het goddelijk keizerschap werd de nieuwe staatsvorm, die bovendien een behoorlijk Pax Romana met zich meebracht. Het Romeins Imperium was erg groot en strekte zich tot alle hoeken van Europa uit.

Het is ook deze Augustus, die ook heerste over Palestina tijdens de geboorte en (deels) het leven van Jezus Christus.


De vorm van deze historische roman

Uit het nawoord van John McGahern blijkt dat Williams er geen fiducie in had dat hij een historische roman zou kunnen schrijven zonder dat die historisch klonk; in zijn visie was dat laatste blijkbaar niet nastrevenswaardig. Williams wilde meer directheid maar wist aanvankelijk niet hoe hij dat voor elkaar moest boksen. Hij wist dat Romeinen fantastische briefschrijvers waren; Cicero schreef soms wel twaalf brieven op een dag (hoe kwam hij aan zo veel tijd daarvoor, rdv?), en de Romeinse postbezorging was fenomenaal. Williams wilde dat de personages zichzelf zouden presenteren. Hij wilde proberen de historische tijd van onder Augustus zo ‘contemporain’ mogelijk te laten zijn (contemporain = uit die tijd zelf, eigentijds). Als ik het goed begrijp wilde Williams een echte historische roman schrijven. Uit zijn eigen nawoord lezen we:

Ik heb de volgorde van verscheidene gebeurtenissen aangepast; als ergens te weinig over bekend was, of als er onzekerheid over bestond, heb ik zelf iets verzonnen; en ik heb enkele personages die de geschiedenis niet heeft vermeld een identiteit gegeven [...]. Op een paar uitzonderingen na zijn de documenten waaruit deze roman bestaat mijn eigen verzinsel - ik heb meerdere zinnen uit de brieven van Cicero geparafraseerd [...], en ik heb een fragment gehaald uit een verloren gegaan boek van Livius Vanaf de stichting van de stad, (Ab urbe condita*, rdv), overgeleverd via Seneca de Oudere.’ (2014: 429).

Kortom, Williams liegt de waarheid, waarbij ‘waarheid’ de geschiedenis is en het ‘liegen’ is de fictie, de roman. Een prachtige definitie van wat een ‘historische roman’ is - ik denk dat ik dat zelf bedacht heb, maar dat is vast niet zo -.

John Williams schreef een historische roman over de eerste keizer van Rome in een elegante stijl van brieven, brieffragmenten, gedeeltelijk memoires en dagboekaantekeningen. Zijn eigen laatste brieven lijken meer op een autobiografisch verslag en een apologie, een soort afweging van zijn leven.
Het moeilijkste uit zijn leven als keizer was ongetwijfeld de verbanning van zijn dochter Julia, omdat zij de huwelijkswetten overtrad maar Williams verteld ons dat het was omdat zij en haar man een coupe tegen hem aan het beraden waren. Hij geeft zijn dochter het voordeel van de twijfel of hij kan het niet over zijn hart krijgen haar te doden en hij verbant haar naar een afgelegen eilandje. Later mag zij toch weer terugkomen.

Williams epistolaire stijl is opvallend. Hij doet dat werkelijk heel kundig en plezierig. De inhoud van die roerige beginperiode is helemaal niet zo simpel, en je raakt als lezer ook soms de weg wel eventjes kwijt. Onze eigen periode is niet veel anders. Het is immers altijd zo, macht, politiek en economie zijn ingewikkeld, zeker voor de mensen uit de periode zelf.

Er komen ook heel veel verschillende mensen aan het woord: vrienden van Octavianus, zoals Marcus Agrippa ‘Vipsanius’, Gaius Cilnius Maesenas, historieschrijver Titus Livius, (Ab urbe condita) redenaar Cicero, dichter Vergilius (die ook schreef over de stichting van de stad Rome, maar dan in een epische gedicht a la de Odyssee van Homeros: de Aeneis), echtgenotes, zijn dochter, lijfartsen, tegenstanders, etc. Deze grote hoeveelheid mensen die samen het verhaal schrijven maakt het verhaal zeer levendig maar niet makkelijk te doorgronden.

Een focus roman ligt vooral op het begin van Octavianus’ leven, wanneer hij verneemt dat Julius Caesar hem als opvolger ziet. Natuurlijk is de consolidatie van zijn macht ook een belangrijk punt. Die krijgt onder andere vorm in het verraad van Julia. Met een prachtige brief aan zijn voormalige lijfarts en vertrouweling Nicolaus van Damascus sluit Augustus zijn leven af.


John Williams en Marguerite Yourcenar

Deze roman over een Romeinse keizer is weer heel anders dan die van bijvoorbeeld Marguerite Yourcenar over Hadrianus in Hadrianus’ Gedenkschriften. Als ik Williams goed begrijp, was het zijn bedoeling de ‘Romeinsheid’ van Augustus en het begin van het keizerlijk Rome te vatten en inzichtelijk te maken. Dat was niet Yourcenars oogmerk.
Yourcenars thema is de werkelijk onafhankelijke mens. (dat is ook het thema van haar andere historische roman, Het hermetisch zwart, rdv.) Zij beschreef in haar roman ook de het innerlijke conflict in Hadrianus tussen de keizer als hedonist en als stoïcijn. Yourcenars voorkeur voor Hadrianus, geplaatst in de tweede eeuw met een relatieve (gewapende) vrede onder de Pax Romana is verklaarbaar. Het riep bij haar parallellen op met de zich aandienende periode na de Tweede Wereldoorlog met een gecontroleerde stabiliteit, de zogenoemde Pax Europeana, nu gegarandeerd door de rivaliteit en het evenwicht van twee grootmachten.

Overigens kan ik de beide romans van Yourcenar ook van harte aanbevelen, net als Augustus van John Williams.

Ik kan zelf niet zo goed kiezen tussen Augustus en Butcher’s Crossing. Persoonlijk vond ik Stoner wat minder. Die roman vond ik net te veel van het goede.


Marguerite Yourcenar
* Ab urbe condita (ook wel afgekort als AUC) is de titel van het door Titus Livius geschreven monumentale werk over de geschiedenis van het Romeinse Rijk.
Het werk beschrijft in 142 boeken (libri) de geschiedenis vanaf de stichting van de stad (ab urbe condita), gedateerd op 753 v.Chr., tot aan de tijd van Livius zelf (rond het jaar 10). Van de 142 libri zijn alleen de boeken 1-10 en 21-45 bewaard gebleven, evenals enkele fragmenten van andere boeken.
Livius zette zijn geschiedenis op in de vorm van annalen, hiermee trouw blijvend aan de traditionele vorm van geschiedschrijving in het oude Rome, in tegenstelling tot Sallustius die zijn werken (onder andere Bellum Catilinae, Bellum Jugurthinum) in de vorm van een monografie schreef. In de oorspronkelijke opzet omvatte AUC 150 libri, die de periode vanaf de stichting van Rome tot de dood van Augustus in het jaar 14 moesten beschrijven, maar door de dood van Livius in het jaar 17 bleef zijn monumentale werk beperkt tot 142 boeken. De beschrijving van elk jaar begon op de Idus van maart van dat jaar door de consuls voor het jaar te noemen. Dit was volgens sommige wetenschappers ook de manier waarop de Romeinen hun jaren telden (in tegenstelling tot Ab urbe condita).
Hoewel niet alle boeken bewaard zijn gebleven weten we toch wat de boeken beschreven, met dank aan andere klassieke schrijvers die inhoudsopgaven en samenvattingen maakten.
Livius werd steeds uitgebreider in zijn beschrijvingen naarmate hij dichter bij relatief recente geschiedenis van toen kwam, het einde van de Republiek en het begin van het principaat. In zijn voorwoord (Praefatio) geeft hij hier zelf een reden voor:
..et legentium plerisque haud dubito quin primae origines proximaque originibus
minus praebitura voluptatis sint, festinantibus ad haec nova..
..ongetwijfeld zullen de meeste lezers minder genoegen scheppen in de oorsprong
en het eerste begin en zich haasten naar deze moderne tijd.
De verdichting van zijn beschrijvingen had waarschijnlijk ook te maken met het feit dat er veel meer informatie over de recentere tijden beschikbaar was..(bron)







Over de auteur:

John Edward Williams (Clarksville, 29 augustus 1922 - Fayetteville, 3 maart 1994) was een Amerikaans schrijver. Hij werd vooral bekend door zijn romans Stoner en Augustus. Dat laatste boek werd in 1973 bekroond met de National Book Award.

Williams was afkomstig uit een boerenfamilie. Zijn stiefvader was conciërge. Na een weinig succesvolle schoolloopbaan, werkte hij een tijdje als journalist. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij bij de luchtmacht, onder andere tweeënhalf jaar in India en Birma. Terug in Amerika ging hij opnieuw studeren en haalde in 1949 een Master of Arts aan de Universiteit van Denver. Vervolgens studeerde hij nog Engelse literatuur aan de University of Missouri. In 1955 werd hij aangesteld als docent aan de Universiteit van Denver, waar hij doceerde in creatief schrijven.

Naast studieboeken en twee gedichtenbundels schreef Williams vier romans. Het bekendst zijn Stoner (1965, een semi-autobiografische roman over een docent aan de Universiteit van Missouri) en Augustus (1972, over de gewelddadige Romeinse keizer, bekroond met de National Book Award). Butcher’s Crossing uit 1960 werd in de 21e eeuw gepubliceerd na Stoner. Het werk van Williams wordt geprezen om zijn zorgvuldige, heldere en indringende schrijfstijl. Rivaliteit, afgunst en ambitie vormen belangrijke thema's in zijn werk, en vooral ook de vraag hoe gevoelige karakters daarmee omgaan. Ook begrip en onbegrip lopen voortdurend door zijn verhaallijn: de individuele mens kan nooit geheel gekend worden door de ander, wordt nooit geheel begrepen, ook niet door degenen uit zijn of haar directe omgeving.

Williams' romans bleven lange tijd onopgemerkt door het grote publiek, maar beleefden na een heruitgave van Stoner in 2006 door de New York Review Books een internationale heropleving. Stoner vertelt het indringende levensverhaal van een doorsnee docent Engels: zijn liefde voor het vak van leraar en voor de literatuur, zijn mislukte huwelijk en een intense relatie met een studente, een ongelukkige dochter die vroeg zwanger raakt, oppervlakkige vriendschappen die slechts diepgang krijgen als iemand overlijdt. Het laatste hoofdstuk, waarin Stoner zelf overlijdt, plaatst zijn leven in perspectief. Er is echter geen moraal, eerder een soort van verzoening met het leven zoals het was. Arnon Grunberg schreef bij het uitkomen van de Nederlandse vertaling van Stoner in 2012: 'Als u een boek wilt lezen dat uw leven zal veranderen, lees dan dit'. Maartje Wortel schreef in het NRC: 'Het allerbeste boek dat in 2012 uitkwam, een meesterwerk dat eindelijk echt eens de titel meesterwerk verdient'.

Williams ging in 1985 met pensioen aan de universiteit en overleed in 1994 aan longproblemen, 71 jaar oud. Een vijfde roman, The Sleep of Reason, bleef onvoltooid. Zijn eerste roman Nothing But the Night uit 1948 vond Williams zelf een mislukking.(bron)


Auteur: John Williams
Titel: Augustus
Uitgever: Lebowski
Verschijningsdatum: augustus 2014
Druk: 1e druk
Aantal pagina's: 432 pagina's
ISBN13: 9789048820603
Vertaald door: Edzard Krol
Categorieën: Literaire romans; Historische romans

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.