maandag 8 oktober 2018

Stendhal-Het rood en het zwart

Recensie door Tea van Lierop
L.J. Veen Klassiek



                                                                          ‘Non su più cosa son,
                                                                           Cosa facio.’*


Even spitsvondig als passioneel.


Deze tweedelige klassieker uit 1830 legt onverbloemd het maatschappelijke en politieke leven bloot van Frankrijk, waar de conservatieven tijdens de Restauratie krampachtig probeerden de oude waarden te herstellen.

In het kort komt het er achteraf gezien op neer dat het niet zozeer het terugverlangen was naar het ancien régime, maar dat deze reactie nodig was om de stabiliteit in Frankrijk te herstellen. Maar in deze roman is er nog geen sprake van terugkijken. Stendhal leefde in die tijd en beschouwde de ontwikkelingen met wat hij zag. Met een kritische blik beschrijft hij het leven van Julien Sorel die als metafoor gezien kan worden van het politieke en maatschappelijke Frankrijk. 

Verwacht geen droog verhaal in een gedateerde stijl, integendeel. De roman is in de vertaling (1989) van Hans van Pinxteren, fris genoeg om te kunnen genieten en je te kunnen verplaatsen in het Frankrijk van weleer. Protagonist Julien Sorel wordt op verbluffende wijze neergezet als een hypocriet en een opportunist waardoor het even zoeken is naar sympathie voor deze jongeman. Toch blijf je doorlezen en uiteindelijk ook meeleven met hem en zijn escapades op het gebied van zijn carrière, maar minstens zo belangrijk is te lezen welke keuzes hij maakt in zijn liefdesleven.

Julien Sorel is een van de zoons van een timmerman, hij staat sociaal gezien tegenover burgemeester Rênal.

Toch heeft deze regeling wel kritiek uitgelokt bij de weldenkenden in dit oord. Op een zondag vier jaar geleden, zag meneer de Rênal toen hij in ambtsgewaad de kerk uitkwam, hoe de oude Sorel, omringd door zijn drie zonen, hem met een glimlach opnam. Dit lachje heeft gemoedsrust van de burgemeester een knauw gegeven; sedertdien denkt hij dat hij de ruil voordeliger had kunnen doen.’ (blz.10)

Juliens afkomst blijft hem de hele roman achtervolgen, hij is een slimme jongen en zeer ambitieus. Met Mme Rênal begint hij een affaire, die niet zonder gevolgen zal blijven en die hem de rest van zijn leven zal achtervolgen.

De titel, Het rood en het zwart verwijst naar de tweestrijd waarin Julien verwikkeld is. Zijn uiteindelijk doel is succesvol te worden, van zijn afkomst hoeft hij het niet te hebben, als arme jongen heeft hij niets te verwachten van zijn familie. Hij zal zelf creatief moeten worden. Waar kun je macht en roem verwerven in het Frankrijk van begin 1800? Precies, in het leger of in de kerk. Het beste zou zijn om beide deuren open te houden en van twee walletjes te eten.
Het rood is de kleur van het leger, Julien is groot bewonderaar van Napoleon, hij dweept met hem en door het hele boek staan verwijzingen naar martiale motieven. Het zwart is van de kerk, de priestertoog. Gezegend met een bijzonder goed geheugen weet hij de juiste contacten te leggen en zijn talenten aan te wenden om zijn doel te bereiken. Hij schuwt hierbij geen enkel middel, vooral z’n hypocrisie helpt hem vooruit.

Het liefdesleven dat meandert door het verhaal wordt geweldig onderhoudend beschreven. Enerzijds valt de opportunistische houding van Julien op, hij gebruikt de vrouwen aanvankelijk om er beter van te worden, anderzijds zijn er ook echte gevoelens, die verwarrend kunnen zijn. Soms is het ronduit humoristisch beschreven, denk aan ladders die tegen muren gezet worden om de beminde te kunnen bezoeken. List, bedrog, jaloezie, geweld en meer onverkwikkelijkheden zijn de smaakmakers in het boek, het geeft soms zelfs iets kluchtigs. Bedenk daarbij dat dit een aanklacht is tegen Frankrijk en zie hoe er op ‘niveau’ bestuurd wordt. Het is 1830, het jaar van de Julirevolutie, de middenklasse staat op tegen het teveel aan macht door Karel X, deze wil zijn macht niet inperken en treedt af.

Al met al vind ik dit een zeer goed leesbare, toegankelijke klassieker. Door met humor en niet in al te verheven taalgebruik machtsstructuren bloot te leggen aan de hand van goed uitgewerkte karakters ontstaat een beeld waarin niets is wat het lijkt en waarin het duidelijk wordt dat iedereen toch blijft streven naar zelfverrijking. Zoals gezegd zitten er meerdere motieven in het verhaal, maar eentje wil ik tenslotte nog vermelden: zijn liefdesrelatie met Mme Rênal. Deze kende vele hoogte- en dieptepunten, lees zelf hoe het afloopt en ook vooral welke rol zij uiteindelijk voor hem vervulde. Dit was voor mij een van de hoogtepunten van het boek en zorgt ervoor dat het boek een extra dimensie krijgt. Een aanrader!

De auteur

Stendhal, pseudoniem van Marie-Henri Beyle (Grenoble, 23 januari 1783 – Parijs, 23 maart 1842) was een 19e-eeuwse Franse romantische schrijver die in zijn werk zowel romantische als realistische invloeden verenigde. Zijn bekendste romans zijn Le Rouge et le Noir, Lucien Leuwen en La Chartreuse de Parme, die alle drie autobiografische elementen bevatten. De hoofdfiguren vertonen karakteristieken van Stendhal zelf. Zijn romans worden gekenmerkt door een vrij droge, korte stijl, mede door het feit dat Stendhal gekant was tegen elke vorm van literaire bladvulling. Het realisme in Stendhals romans uit zich dan ook niet door uitvoerige beschrijvingen zoals bij Honoré de Balzac, maar eerder in het feit dat Stendhal zich voor het basisgegeven van zijn verhaal baseerde op een waargebeurd feit (wat hij bestempelde als "être vrai"). In de meeste romans staat het thema van de liefde centraal en meer bepaald het procedé van verliefd worden, wat hij heeft omschreven als "kristallisatie". (https://nl.wikipedia.org/wiki/Stendhal)



Titel: Het rood en het zwart
Titel oorspronkelijk: Le Rouge et le Noir
Auteur: Stendhal
Vertaling: Hans van Pinxsteren
Uitgever: L.J. Veen Klassiek
ISBN: 9789020415728
Pag.: 576
Genre: Literaire fictie
Verschenen: Deze editie mei 2018, oorspronkelijk 1830


*’Ík weet niet meer wat ik ben, wat ik doe’ een citaat van Mozart, (uit de Figaro) waarmee hoofdstuk 6 van deel 1, met de titel ‘Verveling’, mee begint.

2 opmerkingen:

  1. Robert Van der Meiren08 oktober, 2018 16:45

    Een prachtige recensie over deze klassieker die in mijn top 25 (https://www.hebban.nl/!/Robert%20Van%20der%20Meiren/mijn25mooisteboeken) op nummer 9 staat! Zo had ik ze ongetwijfeld graag zelf geschreven.
    Meest intrigerende zin: "De titel, ‘Het rood en het zwart’ verwijst naar de tweestrijd waarin Julien verwikkeld is." Een mooie en doordachte analyse is dat!
    Van recensies als deze word ik gewoon gelukkig, haha.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor dit mooie compliment Robert, jij weet als geen ander dat een recensie niet uit de lucht komt vallen, zeker wanneer het een klassieker betreft die zijn sporen al verdiend heeft.

      Verwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.