dinsdag 2 oktober 2018

F.M. Dostojevski - De gebroeders Karamazow


Recensie door Robert Van der Meiren
Uitgeverij Reinaert/Uitgeverij Van Oorschot


Over de vele zielen van de mens


Een (persoonlijk) woord vooraf.

Het boek was een huwelijksgeschenk, en vermits ik in 1973 huwde (op 21 december, de dag met de langste nacht van het jaar, al doet dit hier niks ter zake) las ik De gebroeders Karamazow van de Russische auteur Fjodor Michajlovitsj Dostojevski (1821-1881) voor het eerst in 1974 (in de vertaling van Marco Fondse uit 1970). Het was een rampzalige, uitputtende worsteling waar maar geen einde aan leek te komen. Wellicht paste de diepgravende religieuze, filosofische en psychologische intensiteit van de roman toen gewoon niet bij de euforie van mijn prille huwelijksgeluk. Ik weet nog dat ik boos en teleurgesteld was omdat het boek op mij niet de indruk maakte die ik van dit belangrijke meesterwerk uit de wereldliteratuur had verwacht.
Ongeveer twintig jaar later – nog altijd even gelukkig, maar zonder het prille – besloot ik het boek opnieuw te lezen, en nu openbaarde het zich aan mij in al zijn kracht en pracht. Een fluitende wandeling door het park was het nog steeds niet, en om er een recensie over te schrijven achtte ik mij toen niet bekwaam, maar deze vernieuwde kennismaking was in elk geval overweldigend.

En nu, nog eens bijna vijfentwintig jaar later, heb ik de roman voor de derde keer gelezen. Nu pas heb ik het gevoel dat ik heel wat van Dostojevski’s visies en ideeën eindelijk heb kunnen doorgronden. Misschien niet alles, en misschien niet altijd op de manieren die de auteur voor ogen had, maar toch voldoende om een ‒ naar ik hoop zinnige ‒ recensie te kunnen schrijven …

Het (hoofd)verhaal

Fjodor Pawlowitsj Karamazow, een ‘boosaardige zot’ en een ‘extreme wellusteling’ maar met een fijne neus voor zaken, trouwde twee keer. Zijn eerste vrouw, Adelaïda Iwanowna Mioesowa, van rijke komaf, brengt één zoon ter wereld, Dmitri. Na ongeveer vier jaar houdt ze het huwelijk voor bekeken en laat ze man en kind in de steek. Geheel onverwacht overlijdt ze kort nadien. Zijn tweede vrouw, de veel jongere Sofia Iwanowna, schenkt hem twee zoons, Iwan en Aleksej. Maar Fjodors liederlijke gedrag en de vernederingen die Sofia onophoudelijk moet slikken worden haar uiteindelijk te veel. In het achtste huwelijksjaar begeven haar zenuwen het, en sterft ze.
De drie kinderen worden aanvankelijk opgevangen door Grigori, de huisknecht van de Karamazows, en later ieder afzonderlijk opgenomen in verschillende verwante gezinnen. Fjodor Pawlowitsj kijkt vervolgens niet meer naar hen om, zijn zoons interesseren hem geen barst, ze zijn hem een blok aan het been, hij vergeet hen zelfs.

Dit alles vertelt de auteur ons in de eerste bladzijden, en dat het met Fjodor Pawlowitsj niet goed zal aflopen, vernemen we zelfs al in de eerste zin van het eerste boek (1):

'Aleksej Fjodorowitsj Karamazow was de derde zoon van een landgoedbezitter uit ons district, Fjodor Pawlowitsj Karamazow, over wie destijds zoveel te doen geweest is (en die ook nu nog gespreksstof bij ons oplevert) vanwege zijn tragische en duistere einde nu op de kop af dertien jaar geleden, waarover ik het te gelegener tijd zal hebben.'

Het eigenlijke verhaal begint ‒ dertien jaar eerder dus ‒ als de drie broers Karamazow (2) plots in hun geboortestad opduiken, om verschillende beweegredenen: Aleksej wil het graf van zijn moeder bezoeken en intreden in het plaatselijke klooster, Iwan is er voornamelijk om zijn oudere broer Dmitri te steunen die een financieel geschil heeft met hun vader. Het is augustus 1866, de broers zijn dan achtentwintig, vierentwintig en twintig. Onfatsoenlijk opgevoed onder verschillende vleugels, zijn hun karakters en levensvisies totaal verschillend. Tegenover hun vader hebben ze uiteenlopende en gemengde gevoelens, variërend van onverschilligheid over wantrouwen tot regelrechte haat.

De broers hebben hun vader in geen jaren gezien, maar nu ontmoeten ze hem toch. Dmitri wil een erfeniskwestie regelen en moet zijn vader daarvoor tot een beslissing bewegen. Die denkt er evenwel niet aan op de smeekbeden van zijn oudste zoon in te gaan. Gaandeweg intensifieert het conflict, een uitweg glijdt steeds verder de mist in. Dat vader en zoon bovendien allebei naar de gunsten dingen van de bloedmooie en exclusieve prostituee Groesjenjka, zet het conflict pas écht op scherp. Verbaal geweld wordt fysiek geweld, en op een dag is Fjodor Pawlowitsj vermoord. Meteen daarna blijkt Dmitri zakken vol geld te hebben, terwijl hij enkele uren voordien zijn pistolen nog in pand had moeten geven om aan wat centen te komen. Terwijl hij zwaar aan de boemel is ‒ met ‘femme fatale’ Groesjenjka aan zijn zij ‒ wordt hij gearresteerd. Als ook andere vaststellingen, bijvoorbeeld een belastend briefje waarin Dmitri aan zijn verloofde Katerina Iwanowna schrijft dat hij zijn vader zal vermoorden als deze niet ingaat op zijn verzoek, én het getuigenis van de huisknecht Dmitri nog explicieter aanwijzen als de mogelijke dader, gaat de juridische molen aan het draaien. Tijdens het spektakelrijke proces leveren aanklagers en verdedigers een bitsige strijd. Naarmate het proces vordert groeit de twijfel rond de schuldvraag, want naast Dmitri had ook Iwan redenen te over, net als de gluiperige Smerdjakow, Fjodor Pawlowitsj’ onechte zoon. Uiteraard is er een feitelijke dader, maar de vraag wie moreel schuldig is lijkt minstens even belangrijk …
Thematiek en typering

Het gemakkelijke aan het schrijven van een recensie over deze roman is dat hij niet meer moet worden beoordeeld, de geschiedenis heeft op dat punt haar werk gedaan: De gebroeders Karamazow is absoluut een ‒ voor velen zelfs hét ‒ meesterwerk uit de wereldliteratuur. Albert Einstein, Friedrich Nietzsche, James Joyce, Jean-Paul Sartre, Ernest Hemingway, Vasili Grossman, Virginia Woolf zijn maar enkele namen uit de eindeloze lijst met gezaghebbende figuren die hun mateloze bewondering voor het werk en de auteur hebben uitgesproken. Franz Kafka voelde zich ‘een literaire bloedverwant’ van Dostojevski, en volgens Sigmund Freud werd “nimmer een grandiozere roman geschreven dan De gebroeders Karamazow” (3).

Tot zover het “gemakkelijke”, want laat het duidelijk zijn: De gebroeders Karamazow is een veeleisende roman, sterk doortrokken van het religieuze discours, boordevol filosofische gedachten en psychologische inzichten, en dat alles verpakt in een vrij klassiek maar meeslepend verhaal over vadermoord (4), een spannende whodunnit avant la lettre. Het is een roman over alle mogelijke levensbeschouwelijke tegenstellingen die de levensweg van de mens kunnen kruisen: God en duivel, liefde en haat, goed en kwaad, vreugde en verdriet, onschuld en schuld, vergeving en wraak, waarheid en leugen, rede en geloof, individu en maatschappij, geluk en tragedie, recht en onrecht, aanvaarding en afwijzing …

Het naakte verhaal is slechts de kruiwagen waarmee de auteur zijn ‒ voor die tijd vernieuwende ‒ ideeën aanvoert, de feitelijke gebeurtenissen fungeren als ontstekers van psychologisch graafwerk of filosofische denkprocessen. Dostojevski’s genialiteit blijkt onder meer uit de manier waarop hij religieuze, wijsgerige en psychologische gegevens weet te verbinden met de handeling (5). De haast onmerkbare overgangen van handeling naar zingeving zorgen voor een formidabele eenheid tussen de actie enerzijds, en haar psychologische, filosofische of religieuze verklaring anderzijds.

De God-mensrelatie ‒ in de breedste zin ‒ is trouwens het centrale thema van deze roman. Dostojevski neemt tegenover kerk en geloof een duale en meerduidige houding aan, maar hij laat wel een zeer objectieve indruk na. Hij laat vele stemmen horen, en laat ze met elkaar dialogeren over hun tegengestelde overtuigingen, maar die dialogen leiden nooit tot één ondubbelzinnige conclusie of tot één uniek standpunt: iedere mening, iedere overtuiging heeft evenveel bestaansrecht.

Wie lijdt aan existentiële twijfel vindt bij Dostojevski dan ook geen kant-en-klare uitkomst, maar wel een overvloed aan argumenten die hem moeten toelaten voor zichzelf een antwoord te vormen. Of om het wat simplistisch te stellen: in De gebroeders Karamazow vindt de diepgelovigste christen genoeg redenen waarom hij in God gelooft, en de onverzettelijkste atheïst krijgt er net zo veel waarom hij dat juist niet doet.

Een romantechniek waarin alle visies, alle ideeën, alle meningen, alle overtuigingen elkaar zo perfect in balans houden, is uniek en vraagt om een unieke genretypering. Uitsluitend om er het werk van Dostojevski mee aan te duiden introduceerde de Russische filosoof en literatuurcriticus Mikhaïl Bakhtin (1895-1975) het begrip ‘polyfone roman’ (of meerstemmige roman): hij beschouwde Dostojevski’s romans als “een dialoog tussen een veelheid van onafhankelijke, vaak tegenstrijdige stemmen, zonder dat die door de auteur tot eenheid worden gebracht: elk personage blijft er het enige subject van zijn eigen woorden. Dit fundamenteel dialogisme wordt geplaatst tegenover het monologisme van de traditionele roman (type Oorlog en vrede van Leo Tolstoj)” (6).

De broers

Wellicht werd nooit een roman geschreven waarvan de personages psychologisch zo precies en trefzeker werden geanalyseerd en getypeerd als De gebroeders Karamazow. Sigmund Freud heeft zijn schatplichtigheid aan Dostojevski’s fenomenale psychologische inzicht trouwens veelvuldig toegegeven, en diens werk ‒ én de auteur zelf (7) ‒ onderworpen aan diepgaande studies, onder andere ook over het fenomeen van de vadermoord dat in De gebroeders Karamazow centraal staat (3).
De betekenis van de drie romanfiguren voor de latere ontwikkeling van de psychologische wetenschap is op zijn minst vermeldingswaard. Freud erkende dat de Karamazow-broers een aandeel hadden in de ontwikkeling van zijn beroemde psychoanalytische persoonlijkheidstheorie. Freud concludeert daarin dat de menselijke persoonlijkheid uit drie componenten bestaat: Es, Ich en Über-ich (8). Dat de broers, ieder afzonderlijk, met een van de componenten kunnen worden verbonden, is onmiskenbaar. De onvoorspelbare, liederlijke, chaotische, impulsieve, zeer zinnelijke, door menselijke oerinstincten gedreven Dmitri wordt voornamelijk aangestuurd door “Es”, de denkende, intellectuele, op de rede vertrouwende maar ook onzekere atheïst Iwan wordt vooral beheerst door “Ich”, en de grootmoedige, immer oprechte, diepgelovige, nooit veroordelende en alom geliefde Aleksej leunt het dichtste aan bij Freuds “Über-ich”.

Hun persoonlijkheden zijn uiteraard complexer dan dat. Het thema van de ziel en van de tot inkeer komende mens verbindt Dostojevski bijvoorbeeld ook aan Dmitri, in wie uiteindelijk een tweestrijd tussen het verlangen naar ontucht en het verlangen naar deugdzaamheid zal woeden. Iwan staat dan weer symbool voor de rede als tegenpool van geloof, die hem tot de conclusie leidt dat God niet bestaat, maar hem tegelijk doet twijfelen over de vraag of een leven zonder God wel zin kan hebben. Aleksej tenslotte is een boegbeeld van een rotsvast geloof in Christus maar ook van kritiek op de kerk die met haar sussende houding en door gebruik te maken van het brood-en-spelenprincipe als onderdrukkingsmiddel, de mens schijnbaar gelukkig probeert te houden.

In het werk van Dostojevski zijn de personages de uitdragers van zijn veelzijdige, sociologische, filosofische en religieuze wereldbeeld; in De gebroeders Karamazow zijn dat uiteraard hoofdzakelijk de drie broers, die de auteur doelgericht heeft gecreëerd: het bloed bindt hen, maar hun opvoeding in totaal verschillende milieus scheidt en onderscheidt hen … Het is, alweer, een geniale vondst: door hun verbondenheid én hun verscheiden eigenheid dekken de broers als het ware alle levensbeschouwelijke en karakteriële facetten van het menselijke zijn, en bieden ze de auteur aldus alle mogelijkheden om zijn enorme scala aan ideeën ongehinderd te ontplooien. Dostojevski’s mensbeeld is universeel en tijdloos.

Schrijfstijl

Dostojevski was zonder meer een geniale man, en zijn taal ‒ een uitermate rijk proza trouwens ‒ spreekt dat niet tegen. Zijn vertelkracht is zo veelzijdig dat hij amper gebruik hoeft te maken van symboliek of beeldspraak: die zou de lezer alleen maar afleiden van de essentie van zijn verhaal of betoog. Dostojevski schrijft met een enorme intensiteit die nooit verzwakt, die de lezer geen moment rust gunt, hem nooit op adem laat komen. Hij schrijft “extreme teksten over extreme ervaringen” (9) waarmee hij de lezer als het ware bij de strot grijpt en hem nooit meer loslaat.

Dostojevski’s stijl is meeslepend, boeiend en indrukwekkend mooi. Vaak laat hij zijn taal variëren naargelang de personages of de omstandigheden: kinderlijk naïef, of bloedernstig, of in vakjargon … het kan allemaal. Pure zakelijkheden interesseren hem maar weinig, hun psychische of filosofische gronden des te meer. Tijdens het proces rond de moord gaat hij haast ongeïnteresseerd voorbij aan de schuldvraag rond de actuele daad, maar om een antwoord te vinden op de vraag wie moreel schuldig is graaft hij ‒ uitgebreid en langdurig ‒ tot in de diepste krochten van de zielen van alle betrokkenen.

Het is nog maar eens een bewijs van Dostojevski’s ongeëvenaarde talent: door de schuldvraag te verschuiven van de actuele dader naar de veel interessantere morele verantwoordelijke(n) houdt hij zijn publiek geïntrigeerd. Bovendien laat het hem toe de ‒ in se saaie ‒ juridische retoriek te doorbreken en onderhoudend te maken.

En nu ik het toch over het onderhoudende aspect van deze roman heb, nog dit … Dostojevski komt geregeld bijzonder spitsvondig uit de hoek. Zijn humor is soms subtiel, soms ook scherp, en heeft vaak een dubbele bodem. Nogal wat passages zijn zelfs ronduit hilarisch. Ondanks de zwaarwichtige thematiek en de dramatische inhoud is dit een boek dat oprecht blij maakt …

Wat de auteur nog van plan was met de Karamazows …

In zijn voorwoord schrijft de auteur (het is de openingszin van de roman):


'Nu ik een begin maak met de levensbeschrijving van mijn held, Aleksej Fjodorowitsj Karamazow, verkeer ik in een zekere verlegenheid. Ik mag Aleksej Fjodorowitsj dan wel mijn held noemen, ik weet zelf maar al te goed dat hij beslist geen groot mens is en daarom voorzie ik onvermijdelijke vragen in de trant van: wat is er aan uw Aleksej Fjodorowitsj zo bijzonder, dat u hem als uw hoofdpersoon heeft gekozen?'

In Dostojevski’s optiek is Aleksej ‒ hij wordt in de roman het vaakst Aljosja genoemd ‒ het hoofdpersonage, zijn held. Dat dit helemaal niet blijkt uit de voorgaande samenvatting ‒ er is Aljosja amper een hoofdrol toebedeeld in deze roman ‒ heeft te maken met wat de auteur even verder in het voorwoord schrijft:

'Ik zou trouwens niet in dergelijke volstrekt oninteressante en troebele verklaringen zijn getreden en gewoon zonder voorwoord zijn begonnen ‒ want als mijn roman inslaat wordt hij ook zo wel gelezen ‒ als ik ongelukkigerwijze voor deze ene levensbeschrijving geen twee romans nodig had. De tweede roman is de belangrijkste ‒ daarin treedt mijn held op binnen ons eigen tijdsbestek.'

Met “ons eigen tijdsbestek” bedoelt Dostojevski, zoals we intussen al weten, de periode die dertien jaar na het verhaal van de broers en de vadermoord begint. Dat de immer zijn geloof bevragende christen, die Dostojevski toch was, zich het gemakkelijkst kon vereenzelvigen met de vrome Aleksej is niet verwonderlijk. Maar dat De gebroeders Karamazow in de ogen van de auteur eigenlijk maar een soort prequel was op de échte grote roman die hij over zijn held wilde schrijven, is voor de hele literatuurminnende wereld een trieste vaststelling.

Conclusie

Want wat had deze geniale auteur nog in petto voor ons? We zullen het helaas nooit weten. Dostojevski overleed voor hij aan “zijn belangrijkste roman” kon beginnen. De gebroeders Karamazow is dus zijn laatste werk, en de onverwoestbare grootsheid ervan doet ons alleen maar dromen van wat nog had kunnen komen …

Over Freuds bewondering voor deze erudiete schrijver heb ik het al gehad. Had Dostojevski zijn weg hoofdzakelijk in de psychologie gezocht, dan zouden we hem vandaag in één adem noemen met Jung, Freud, Pavlov e.a. Maar ook als filosoof had hij hoge toppen kunnen scheren: Nietzsche zei ooit dat Dostojevski de enige schrijver was van wie hij iets heeft kunnen leren.

Gelukkig was Dostojevski schrijver, en zonder twijfel een van de allergrootste. Nietzsche rangschikt hem meteen achter Shakespeare (die de lijst aanvoert), en daar sluit ik mij graag bij aan.

Ik trap misschien op zere teentjes, maar ik durf toch af te sluiten met deze overtuiging: wie van literatuur houdt, maar De Gebroeders Karamazow niet heeft gelezen, mist een schakel, mist een ijkpunt, mist een meesterwerk; wie van literatuur houdt, maar De Gebroeders Karamazow niet heeft gelezen, bedriegt eigenlijk zichzelf …

(1)   De roman telt, na het voorwoord, vier delen, elk deel bevat drie getitelde boeken, elk boek een verschillend aantal getitelde hoofdstukken (93 in totaal, plus 3 in de epiloog).
(2)   Naar Russische gewoonte worden voornamen vaak vervormd: Mitja, Misjenjka, Misja, Mitenjka of Mitri voor Dmitri, Wanja of Wanjka voor Iwan, Aljosja, Aljosjenjka, Aljosjka of Aljosjetska voor Aleksej
(3)   Freud, S., “Dostojevski und die Vatertötung” (Essay uit 1928)
(4)   Toch opvallend dat twee van de grootste werken uit de literatuurgeschiedenis over vadermoord gaan: Shakespeares Hamlet en Dostojevski’s De gebroeders Karamazow.
(5)   Zie hieromtrent J. van der Eng in Moderne Encyclopedie der Wereldliteratuur, deel II, p. 401
(7)   Zijn eerder aangehaald essay Dostojevski und die Vatertötung begint als volgt (eigen vertaling): “Aan de rijke persoonlijkheid van Dostojevski kan men vier facetten onderscheiden: de schrijver, de neuroticus, de estheticus en de zondaar”.

Titel: De gebroeders Karamazow
Oorspronkelijke titel: Brat'ja Karamazovy
Auteur: Fjodor Michajlovitsj Dostojevski (11.11.1821 -09.02.1881)
Vertaald door: Marco Fondse
Categorie: Wereldliteratuur
Genre: Polyfone roman
Pagina’s: 784
Uitgeverij: Reinaert Uitgaven, Brussel
Verschenen: 1970
Een recentere vertaling van de hand van Arthur Langeveld is in 2005 verschenen bij Uitgeverij G.A. van Oorschot B.V. onder de titel De broers Karamazov.

3 opmerkingen:

  1. Al jarenlang ken en lees ik jouw recensies, Robert. Altijd schrijf je ze met enthousiasme en passie. Het plezier en het genoegen spreken uit al je recensiewerken. En wat zo mooi is, iedere keer weer weet je me opnieuw te verrassen, ook nu weer. Deze recensie is professioneel, goed onderbouwd, getoetst, aan alle kanten gewikt en gewogen, én verrukkelijk. En zo mooi op zijn plek op deze boekensite. Gefeliciteerd!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Uh ... het tijdstip dat ik dit schreef, was niet om 03.40 uur, hoor. Toen lag ik heerlijk te slapen :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Robert Van der Meiren03 oktober, 2018 05:39

    Bedankt voor al dat moois, Anneke, ik zit hier zowaar een beetje te blozen! Maar professioneel? Ik zit mij hier gewoon te amuseren. Wel fijn dat je zo enthousiast bent. En euh … het is nu écht 05.38 uur.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.