Pagina's

donderdag 2 augustus 2018

Mario Levrero - De plaats


Recensie door Truusje
Uitgeverij Bananafish



Gevangen in een systeem van willekeur

Het zal je maar gebeuren. Je gaat doodgemoedereerd je bed in voor een verkwikkende nachtrust om de volgende ochtend wakker te worden in een pikdonkere, geluidloze kamer, waar geen spatje licht naar binnen sijpelt. Er bevindt zich niets in de troosteloze kamer, van enig oriëntatiepunt is geen sprake en je voelt je danig ontheemd. Het is koud en je ontdekt dat je op een oncomfortabele kale vloer ligt. Op de tast kruip je gedesoriënteerd rond, op zoek naar iets van herkenning en de vragen die bij je opkomen zijn: Waar ben ik hier en hoe ben ik hier in hemelsnaam beland?
Dit overkomt de naamloze ik-figuur - tevens verteller - van dit hallucinante, filmische verhaal. De protagonist is totaal op zichzelf teruggeworpen, de lezer valt er meteen middenin en de auteur sleept je mee de caleidoscopische duisternis van het eerste deel in.

'Het was me wel eerder overkomen, hoewel niet vaak, dat ik wakker werd en niet wist waar ik was; maar zodra ik de vorm van het hoofdeinde van het bed of de kleur van een gordijn herkende, kon ik direct een compositietekening maken en me de laatste herinnering weer voor de geest halen. In dit geval was er echter geen enkel element dat iets ontketende, en toch zei het ontbreken daarvan me helemaal niets.'

Mario Levrero (1940-2004) heeft hiermee een bijzondere, niet alledaagse en indrukwekkende roman geschreven. In het uitgebreide voorwoord van Carolina Trujillo komt al naar voren dat de Uruguayaanse auteur in eigen land tot de 'Raren' - Los raros - wordt gerekend. Dat dit boek niet tot de conventionele literatuur behoort, wordt al snel duidelijk, maar toch is het verrassend leesbaar, hoewel 'bedrieglijke eenvoud' misschien een betere kwalificatie zou zijn. De Plaats is het eerste werk van Levrero dat in het Nederlands is vertaald en uitgegeven door de nog vrij jonge uitgeverij Bananafish, die zich richt op 'vreemd genoeg onvertaald werk'Geweldig dat wij lezers nu ook kunnen kennismaken met de parels van, voor ons, nog verborgen literair werk.

Wanneer 'ik' een deur vindt en de moed heeft verzameld om die te openen, ziet hij opnieuw niets, alleen duisternis en een identieke kamer. Dit herhaalt zich vele malen en hij vraagt zich af of hij in cirkels loopt, want het blijkt niet mogelijk om op zijn schreden terug te keren. Een deur die eenmaal achter hem is dichtgevallen, kan niet meer geopend worden. Een 'nervous breakdown' overvalt hem, waarna de kalmte terugkeert en hij een volgende deur opent. Na verloop van tijd komt hij in bewoonde kamers, maar de bewoners verstaan hem niet.

Tijdens de labyrintische tocht die verder gaat, veranderen de kamers; er is soms een bed, elektrisch licht, later een kachel, een schommelstoel en in de nacht wordt er iets te eten neergezet. De ene kamer is bewoond, de ander niet en na verloop van tijd worden de kamers armoediger, tot zelfs half ingestort, en 'bewoond' door skeletten. Het beangstigende gevoel bekruipt hem, dat hij een parallel universum is binnen getreden en op geen enkel vlak iets kan beïnvloeden. Wat kan hij beginnen met zijn gevoel van eenzaamheid?

Samen met een meisje - waarvan hij vermoedt dat ze tot de hypothetische bewoners behoort - weet hij tijdelijk uit de plaats te ontsnappen via een gat in de muur.                     

'In de verte was de uitgang te zien als een grote lichtcirkel waartegen het bewegende silhouet van het meisje zich aftekende. Mijn hart begon sneller te kloppen: de bron van dat licht kon niets anders zijn dan de zon. Tegelijk kwam er in mijn longen, als een boodschap van vrijheid, een nieuw soort lucht, anders dan de lucht die ik overal in dit oord had ingeademd en vooral anders dan de schaarse lucht in de tunnel. [...] Het licht verblindde me; maar door mijn tranen heen kon ik de zee en het strand zien, ik voelde grenzeloze blijdschap. [...] Het gat waardoor we naar buiten waren gekomen, zat samen met veel meer gaten in een hoge muur van steen en beton; ik had nog nooit zo'n hoge muur gezien. Hij vormde een halve cirkel rondom het piepkleine strand waar we stonden. '

Eenmaal terug in de kamer, blijkt de volgende morgen het meisje weg te zijn.
Het moge duidelijk zijn dat de voortdurende, claustrofobische sensatie van gevangenschap en het gevoel zich in een nachtmerrie te bevinden, wordt bevestigd door een in een deur gekraste boodschap: 'ER IS GEEN UITGANG. DIT IS DE HEL.'  

In het tweede deel leidt een volgende deur hem naar een zonverlichte plaats met een bos, een tent en een paar mannen. De perikelen die hij met de mannen meemaakt, lijken leermomenten voor hem te zijn, ik krijg het echter niet helemaal helder wat 'ik' dan zou moeten leren. Dit deel is heel anders opgezet dan het eerste, onderzoekende deel. Er gebeurt heel veel, maar het gaat er iets minder spannend aan toe. Ondanks dat hij wordt opgenomen in het dagelijkse ritueel van de mannen, wordt hij nooit echt één met deze groep en blijft hij zich even eenzaam voelen.

Het derde deel is gewijd aan het betreden - ook weer via een deur -  van een - zijn eigen? - bizarre stad met bijzondere mensen. Hier gaat de auteur met vliegende vaart helemaal los in zijn beschrijvingen van de omstandigheden.
Het hele boek ademt symboliek en magisch-realisme. Een Kafkaiaanse raadselachtigheid, door eenzaamheid en machteloosheid. In dit laatste, 15 pagina's tellende deel, volgt echter geen spetterende apotheose, maar uiteindelijke rust, bezinning en vooral............. véél vragen.
Je hoort de hoofdpersoon haast verzuchten; wat is de zin van deze dystopische en vooral eenzame nachtmerrie?

Het is een bijzonder verhaal, dat ook de lezer met vragen achterlaat wanneer het boek is gesloten en nog lange tijd in je hoofd blijft zitten. De diverse ontwikkelingen zijn zo talrijk dat bij een tweede lezing nog meer zal opvallen. Een fantastisch boek, in de dubbele betekenis van het woord!

Een van de weinige interviews die deze eigenzinnige auteur heeft gegeven, is te lezen op; https://bananafish.nl/?p=957

Auteur

Jorge Mario Varlotta Levrero (Montevideo, 23 januari 1940 - 30 augustus 2004), beter bekend als Mario Levrero, was een Uruguayaanse auteur. Hij is bekend door zijn werk La ciudad (1970). Tijdens zijn leven leefde Levrero in afzondering en verleende hij slechts een paar interviews. Slechts enkele critici prezen zijn werk en hij werd beschouwd als een 'schrijver van de schrijver'. Tegenwoordig zijn de studies over zijn werk sterk toegenomen en wordt hij beschouwd als een van de grootste Latijns-Amerikaanse schrijvers.

Titel: De Plaats
Oorspronkelijke titel: El Lugar
Auteur: Mario Levrero
Vertaling: Mariolein Sabarte Belacortu
Pagina's: 138
ISBN: 9789492254023
Uitgeverij Bananafish
Verschenen: januari 2016
Oorspronkelijke Uitgave: 1969

2 opmerkingen:

  1. Mooie recensie Truusje! Ik heb het toegevoegd aan de Maand van de klassieker pagina op mijn blog :)

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.