vrijdag 4 mei 2018

Ferruccio Francesco Frisone - Fullen


Recensie door Truusje
Lalito Publishers

'Ik was een van velen.
Het enige dat ik meer had dan anderen
was wat papier en een paar potloden.'
Ferruccio Francesco Frisone (1909-1973)


Het tekenen is mijn gevecht tegen de honger

Ongezien kreeg ik dit boek toegestuurd door Koen de Groote, de uitgever van Lalito Publishers. Het was me volledig onbekend, hoewel het onderwerp - de Tweede Wereldoorlog - toch mijn interesse heeft.

Dit is het verhaal van Ferruccio Francesco Frisone (Milaan) met tekeningen en dagboekfragmenten, geschreven op snippers papier en heel klein geschreven. Het dagboek wist hij gedurende zijn gevangenschap veilig te bewaren.
Zijn zoon Giovanni Roberto Frisone vindt het pas na de dood van zijn vader en besluit om het als boek uit te geven. Samen met zijn vrouw Deborah heeft hij dit voorzien van een toelichting, om de verhalen over de medegevangenen zo goed mogelijk weer te geven.

'Fullen is het oorlogsrelaas van mijn vader. Het bestaat uit tekeningen en fragmenten uit zijn gedetailleerde dagboek, dat hij tot aan zijn thuiskomst veilig wist te bewaren. [...] de tekeningen staan steeds centraal. [...] Fullen is geen strikt lineaire weergave van de internering van mijn vader in Duitsland; het verhaalt van emoties die bij hem werden losgemaakt en zijn ontmoetingen met anderen, de gebeurtenissen waarvan hij ooggetuige is geweest en de plekken waar hij gevangen heeft gezeten. Het is het persoonlijke getuigenverslag van een Italiaans soldaat dat inzicht geeft in leven en dood in de Emslandkampen.'

Een droom

Ferrucio werd geboren in Italië als tweede kind uit een lagere middenklasse-gezin. Van jongs af aan zit het tekenen hem al in het bloed en tijdens zijn schooltijd bezoekt hij een avondschool voor technisch tekenen. Zijn resultaten zijn dusdanig dat hij daar een gouden medaille voor ontvangt. Hij is dan net twaalf jaar, ontwerpt voor een Italiaanse krant zijn eerste krantenkop en publiceert enkele karikaturen. Een kunstopleiding is het logische gevolg, waarna hij bij een uitgeverij aan het werk gaat als leerling-grafisch designer en schilderlessen gaat volgen.

Hij had de mogelijkheden om er zijn beroep van te maken, maar een oproep voor militaire dienst in 1927 gooit roet in het eten. Nadat hij drie jaar later de militaire dienst kon verlaten, krijgt hij een baan aangeboden bij een uitgeefhuis. De schilderijen die hij maakt oogsten veel waardering en hij wordt opgemerkt door een Frans tijdschrift.
De toekomst lacht hem toe, omdat hij van zijn hobby zijn werk kan maken, Maar.......

Een droom valt in duigen

Het bondgenootschap met Duitsland trekt Italië mee in de betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog en een nieuwe oproep om zich voor dienst te melden volgt. Doordat hij werd geplaagd door hevige rugklachten belandt hij enkele maanden in Albanië in een ziekenhuis en ligt daar nog op de dag dat Italië het bondgenootschap met Duitsland opzegt, wat resulteert in een nieuwe vijand voor Italië. Duitsland!
Weigering om zich aan te sluiten bij het leger van de vijand resulteerde ook voor Ferrucci tot internering en via diverse kampen belandt hij uiteindelijk in een kamp in het Emsland, in Fullen, vlakbij de Nederlandse grens, waar ze moeten werken in de oorlogsindustrie en landbouw, en waaruit hij in augustus 1945 uiteindelijk, ondervoed en gedesillusioneerd, weer huiswaarts mag keren. 
Tot aan zijn vrijlating is hij blijven tekenen, wat hem sterk heeft gehouden, want zijn doel was de oorlog overleven.

'De verscheidenheid aan kleding is ongelooflijk, velen zijn in lompen gekleed. Sommigen dragen stukken schoen die met garen zijn opgebonden, met draad, alleen de zolen nog over, meerniet. Er zijn er die zelf klompen hebben gemaakt. Anderen dragen repen stof over blote benen, door de gescheurde broeken zie je de huid, blauw van de kou. [...] en met hemden en shirts eronder die weken, maanden geen zeep hebben gezien. Vuil. [...]'

Zijn grote 'geluk' is dat hij in Barak één verblijft met een collega-kunstenaar met wie hij een
vriendschappelijk contact heeft. Daar tekent hij zijn medegevangenen die hij in zijn dagboek de 'idioten' noemt. Mannen die, zoals hij het beschrijft, geestelijk ziek zijn, epileptische, manische, gevaarlijk of niet kunnen samenleven met anderen.

Honger stillen, door te denken aan eten

Door zijn tekentalent is hij overduidelijk zeer opmerkzaam, waardoor hij de mensen om hem heen goed observeert.

'Een gevangene eet niet als gewone mensen. Een gevangene tuurt naar zijn eten. Hij kleedt het uit met zijn ogen en dan verslindt hij het. Hij geniet ervan en als hij eet en kauwt denkt hij aan wat er gaat gebeuren. Hier is hij op gefocust. Hij weet dat als de volle lepel waarop hij zolang heeft gewacht eenmaal is verdwenen, dat voorgoed zal zijn. Hij denk nooit aan hoe het eten heeft gesmaakt: goed of slecht. Hij eet, want de maag moet werken. Tot het eind toe staart hij gebiologeerd naar het eten. Hij wendt zijn gezicht om geen enkele reden af. Hij praat niet. Hij kauwt als een herkauwer, langzaam om de smaak iets langer te kunnen proeven. Hij schraapt zijn etensblik uit en vol toewijding brengt hij alle beetjes naar zijn mond. Het duurt een hele tijd voordat hij er moe van is. Hij overtuigd zich ervan dat er niets over is. Hij kijkt nog even. Met een zucht loopt hij dan langzaam weg om zijn etensblik te wassen.'

'Ze zetten Ferroni buiten in de zon. Hij is één en al luizen, hij schreeuwt en krabt zichzelf, hij zit onder de schrammen. Hij steekt z'n handen in zijn vlees met die oerkreet van hem. De luizen zitten onder zijn vingernagels en hij sabbelt aan zijn handen.'

Conclusie

Ontroering is het gevoel dat me steeds bekruipt tijdens het lezen en het bekijken van de tekeningen.
Bewondering voor een man die zijn passie niet los heeft gelaten in tijden van gevangenschap, honger en onzekerheid.

De tekeningen zijn voor het overgrote deel gemaakt op gelinieerd papier en vertonen, op een enkele uitzondering na, allemaal portretten van zijn medegevangenen. Slechts zeer zelden is er een met een glimp van een glimlach. Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis tekent hij de patiënten om hem heen. Het houdt hem op de been en haalt hem uit zijn onvermijdelijke neerslachtige momenten.

In de loop van de tijd, wanneer de gevangenschap voortduurt, krijgen de tekeningen een steeds triestere uitstraling. Mannen die ziek en zwak zijn. Aftakeling wordt zichtbaar, gezichtsuitdrukkingen zonder hoop, verdoofd en uitgemergeld door honger en ontberingen.
Zijn tekenwerk maakt ook een ontwikkeling door gedurende de jaren gevangenschap. De afbeeldingen krijgen een andere uitstraling, lijken fijner, meer gedetailleerd, grimmiger en vooral triest en desolaat te worden. De kwetsbaarheid straalt er vanaf.

Dit is één van de vele waardevolle documenten van een oorlog die overduidelijk met veel liefde is samengesteld door een zoon, die nooit heeft geweten welk verdriet zijn vader tot zijn dood met zich mee heeft gedragen.

Van mij geen 'Halleluja, wat heb ik toch genoten van dit boek!', daar is de inhoud te confronterend voor, maar een dringende aanbeveling geef ik zeker. Lees en bekijk dit boek!!! Het is een bijzonder bewijs van een verblijf tijdens WOII in een interneringskamp, dat in het vergetelheid is geraakt. Het is het dubbel en dwars waard........... opdat we niet zullen vergeten.

Titel: Fullen
Auteur: Ferruccio Francesco Frisone
Pagina's: 144
ISBN: 9789081887526
Uitgeverij: Lalito Publishers
Verschenen: september 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.