zaterdag 10 november 2018

Tommy Wieringa - De heilige Rita

Recensie door Roosje 
Uitgeverij De Bezige Bij   


Treurigheid troef '


  
Paul Krüzen leeft met zijn zieke, oude vader Aloïs in de oude familieboerderij in het dorp Mariënveen in de oostelijke grensstreek. Zijn leven speelt zich af in een klein kringetje, veel vrienden heeft hij niet en de mantelzorg van zijn vader vervult hem met afschuw. Wieringa neemt ruim de tijd om deze ‘krimpregio’ en zijn geschiedenis te kenschetsen. Feitelijk staat Paul symbool voor de ‘Mariënvener’: een beetje stug, introvert, wantrouwig en toch goedhartig.  

Smokkelgebied

De huidige situatie van het krimpgebied met een voorzichtige hoeveelheid allochtonen, - wat is de politiek-correcte term ook weer: mensen met een andere culturele achtergrond? -  zoals een paar Chinezen in de snackbar: vrouw en stiefkinderen van Baptist - dan weet je ook meteen dat ze daar katholiek zijn*; dat blijkt ook uit de naam Aloïs; een protestant heet nooit zo -. Maar ook Chinezen in het Chinese restaurant tegenover de snackbar. Dat zijn de enige eetgelegenheden in het dorp.  
  
Ook fungeren er Russen: in de criminaliteit en crimineel op een ander gebied: een Rus ‘steelt’ Pauls moeder. Er is een onduidelijk aantal andere Oost-Europeanen, Polen, Roemenen, Bulgaren, zigeuners, die voor het grootste deel iets duisters doen: inbreken in huizen waarvan voorheen de achterdeur altijd openstond, drugs smokkelen, vrouwenhandel, prostitutie. Daar doet een deel van de allochtone bevolking ook lustig in mee. Dit gebied is natuurlijk altijd al smokkelgebied geweest. De grens naar Duitsland was altijd al een tamelijk diffuse. Vroeger was het veelal wild stropen en boter smokkelen, nu zijn het drugs en vrouwen.

Ongemakkelijk komisch wordt het multiculti-gehalte als Paul aan het eind van de roman aan een Iraanse vrouw vraagt: En wat vond u van een Nederlandse begrafenis?, en zij zegt: Meneer, ik woon al twintig jaar in Nederland. Tenenkrommend. 
  
Hunkeren 
  
Maar Pauls situatie is anderzijds een heel individuele: zijn moeder is vroeger weggelopen met een Rus, die in een sproeivliegtuigje over het IJzeren Gordijn was gevlogen en gecrasht was in het maisveld achter de Krüzen-boerderij. Moeder liet haar zoontje achter bij de vader. Je kunt slecht gissen waarom: omdat zij het kind dat zo op zijn vader leek en zo’n plakker was, ook zat was, of omdat zij hem als troost aan de vader liet, wetende dat hij dan iets had om voor te leven. Paul blijft zijn hele leven hunkeren naar zijn moeder, die na haar scheiding vrijwel nooit meer thuis geeft. Dat snap je, je hebt medelijden met dat kind. 
  
Curiosa 
  
Er treedt op een bepaalde moment in het boek een zekere weerzin op tegen Paul, tegen hoe hij zijn leven leidt. Hij verhandelt oud Duits spul, veelal Nazi-tuig,: uniformen, wapens, parafernalia, eigenlijk zo’n beetje alles, dat hij na de val van de muur voornamelijk uit de voormalige DDR haalt. Het interesseert hem eigenlijk niet wie die spullen aanschaffen. Dat maakt hem bij de lezer niet sympathiek. 
  
Achter de hoge, halfronde boog van de deuren had zich het sediment van de drie grote oorlogen van de vorige eeuw opgehoopt. In de voormalige koeienschuur van tien bij vijfendertig waren honderdduizend objecten uit WOI en II en de Koude Oorlog in stellages en dozen op schraagtafels uitgestald; KRÜZEN CURIOSA & MILITARIA bezat de grootste collectie militaria ten oosten van de IJssel’ (2017: 155) 
  
Hedwiges 
  
Het meeste contact buiten de deur heeft Paul met zijn vriend, die eigenlijk geen vriend is, Hedwiges Geerdink, ook vrijgezel, die in een nog meer vervallen boerderij woont en een kleine kruidenier is.  
Paul valt op Aziatische vrouwen in Club Pacha van leeftijdgenoot  Laurens Steggink. Hij bezoekt regelmatig de meisjes. Hij is vaak verliefd op hen maar durft dat na een behoorlijke mislukking, die hem E 20.000 had gekost, niet meer te bekennen. Paul kan niet anders dan hen te betalen voor hun diensten. Aan één van hen, die Rita heet, heeft hij het medaillon van de Heilige Rita gegeven, net zo een die hij op zijn beurt van Hedwiges had gekregen, in Zuid-Amerika.  
  
Aan het kettinkje rond haar hals hing het medaillon van de heilige Rita dat hij haar eens gegeven had. Hij droeg er net zo een. Hedwiges en hij hadden eens een vakantie doorgebracht op het eiland Boracay, ze waren nog nooit zo ver van huis geweest. Op een dag had Hedwiges hem een medaillon van de Heilige Rita gegeven dat hij op straat gekocht had. Haar afbeelding, vergezeld van rozen, een wijnrank en de woorden Sta RITA ORA PRO NOBIS: Heilige Rita, bid voor ons. 
‘Voor mij?’ vroeg Paul verbaasd, omdat hij nog nooit iets van Hedwiges gekregen had. 
Hedwiges grinnikte. 
Niet alleen was Rita de patrones van de hopeloze gevallen, maar ook van onvruchtbare vrouwen en vrouwen met een slecht huwelijk, slagers en vleeshandelaren.’ (ibid. 125) 
  
Seks en geld 
  
De mannen gaan namelijk samen op seksvakantie in Thailand, Cambodja en Zuid-Amerika. Dat is zielig en akelig tegelijk. Dat schuurt enorm terwijl je dat leest. Er gaat een ongelooflijke troosteloosheid vanuit. 
De mannen zeggen nooit veel tegen elkaar. Paul doet wel braaf zijn boodschapjes bij zijn maat en weet eigenlijk niet of Hedwiges wel echt een vriend is. Een gewoonte is hij, dat wel. Er is een momentje door me heen gegaan dat ik dacht dat Hedwiges misschien homoseksueel was; later heb ik die gedachte weer laten varen. Maar het is niet helemaal onwaarschijnlijk. 
  
De situatie verandert op het moment dat Hedwiges vol bravoure in Club Pacha het praatje rondstrooit dat hij miljonair is.  
  
Sneltrein 
  
Het verhaal kabbelt eerst wat rond en lijkt het vooral te moeten hebben van de sfeertekening van de krimpregio en de dienovereenkomstig trieste figuren van Paul en Hedwiges. Ik had me in ieder geval al neergelegd bij de constatering dat de handeling niet zo van belang was in dit boek en zo ook de psychologische ontwikkeling van de hoofdfiguren, hoewel hun gedrag beslist tragikomisch is op een manier waardoor je je heel ongemakkelijk gaat voelen. Na 2/3 deel slaan plots de gebeurtenissen in als de spreekwoordelijke donderslag bij heldere hemel. Ineens dendert het verhaal in een sneltreinvaart voor je uit; je kunt het lezend bijna niet bijhouden, gevangen als je raakt door de ongelooflijke voorvallen met een einde dat in de verte doet denken aan verhalen van David Vann - dat is in mijn optiek een enorm compliment -.  
   
Dat de handeling pas zo laat op gang komt en dat die dan direct als een gek ervan doorgaat, is in zekere zin een structurele disbalans en je zou erover kunnen vallen. Het vreemde is dat dat hier en bij mij niet gebeurt. Tommy Wieringa is een zodanig bekwaam, scherpzinnig en begenadigd schrijver dat ik hem die onevenwichtigheid onverwijld ‘vergeef’. En wellicht is het zijn opzet ook geweest. Hij is niet het type auteur van romans van dertien in een dozijn. Hij schrijft echt heel goed en zijn kenschetsing van de bevolking is heel bekwaam. Een vriendin van mij heeft het boek gekocht omdat zij uit dat gebied komt en zij was er zeer over te spreken. Zij herkende direct de mentaliteit van de mensen aldaar. En trouwens, Wieringa zelf komt ook uit deze landstreek. Misschien zullen sommigen hem betichten van nest-bevuilen. 
  
*Spoiler alert light*  
  
Er is nog wel minstens één dingetje waar ik me het hoofd over breek: waar is de Luger gebleven? Hoezo dit losse eindje? En wat is de functie van dit niet afgehechte draadje? Ik geloof niet dat dit een foutje is van Wieringa. Hij doet dat expres. Misschien wilde hij niet dat mensen zouden denken dat deze roman een thriller is. En dat losse draadje staat misschien symbool voor dat haast vergeefse leven van Paul en Hedwiges en de treurigheid troef, die de kern is van deze roman. 
  
Kamperfoelie 
  
In deze landelijke omgeving is de natuur nooit ver weg. Wieringa schrijft daar weergaloos over: 
  
Zijn arm maakte een lange schaduw toen hij het pistool richtte op het donker rondom hem. Kom dan, Iwan, maak een einde aan deze vertoning. Laat me niet alleen - de haas wil geschoten worden waar hij geboren is. Laat het duister mij dan opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht. 
Kiezels knarsen onder zijn laarzen terwijl hij langzaam om zijn as draaide. 
Iwan? 
Kamperfoelie, de alarmroep van een tureluur ver weg.’ (ibid. 286) 
   
*Het RK-geloof speelt een tamelijk grote rol, en wel op een wijze die typisch is voor katholieken: het bidden van oude gebeden, het dragen van een medaillon van een heilige, een haast kinderlijk en naïef geloof. 
        
Over de auteur: 
  
Tommy David Wieringa (Goor, 20 mei 1967) is een Nederlands schrijver. 
  
Wieringa bracht het eerste deel van zijn jeugd door op de Antillen. Op zijn negende verhuisde het gezin terug naar Nederland, waarna Wieringa lang in het Twentse Geesteren woonde. Hij studeerde geschiedenis in Groningen en journalistiek in Utrecht. Naar eigen zeggen werkte Wieringa onder meer als aanstekerverkoper op de markt en als lokettist bij de spoorwegen. 
Hij publiceerde drie romans, alvorens hij in 2005 doorbrak naar een groter publiek met zijn ontwikkelingsroman Joe Speedboot. Dit laatste boek werd genomineerd voor vele prijzen waarvan er enkele toegekend werden. 

Journalistiek werk verscheen onder meer in de Volkskrant, Vrij Nederland en Rails. Wieringa was columnist bij de gratis krant De Pers. Eerder verschenen columns van zijn hand onder andere in de Sp!ts en Propria Cures. Sinds het voorjaar van 2013 is hij columnist bij de Wegener-dagbladen. 
In 2007 is hij als gastschrijver verbonden aan de TU Delft. Hij schreef in 2010 het dictee voor het Groot Dictee der Nederlandse Taal en in 2014 het boekenweekgeschenk. 

Prijzen. In 2013 ontving Wieringa de Libris Literatuurprijs en de Prijs van de Lezersjury van de Gouden Uil voor Dit zijn de namen. In datzelfde jaar werd de Engelse vertaling van Caesarion (onder dezelfde titel, vertaald door Sam Garett) genomineerd voor de Impac Dublin Literary Award. 
  

Ander werk o.a. 
2005 - Joe Speedboot (roman) 
2006 - Ik was nooit in Isfahaan (reisverhalen) 
2009 - Caesarion 
2010 - Ga niet naar zee 
2012 - Dit zijn de namen (roman) 
2014 - Een mooie jonge vrouw (Boekenweekgeschenk) 
2015 - Honorair Kozak 
2017 - De dood van Murat Idrissi 
2017 - De heilige Rita 
    
Auteur:Tommy Wieringa 
Uitgever: De Bezige Bij 
Verschijningsdatum: oktober 2017 
ISBN 9789023458753 
Literaire roman
286 pp 
  

2 opmerkingen:

  1. Prachtig streek verhaal, echter grote passages die moeilijk lezen en daardoor niet geheel in mij zijn opgenomen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtige schrijfstijl, maar helaas een onaf einde. Ik had liever een ontknoping gezien dan het verlies in gekte, ws gevolgd door zelfmoord. Er was vast nog wel hoop.

    BeantwoordenVerwijderen

Laat gerust een reactie achter.
Dat wordt zeer op prijs gesteld en we willen graag weten wat je ervan vindt.